ECLI:NL:RBROT:2021:10542

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
C/10/626590 / FA RK 21-7521
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op grond van de Wvggz

Op 11 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 7 oktober 2021 verzocht om de voortzetting van de op 6 oktober 2021 opgelegde crisismaatregel, omdat betrokkene bij aanvang van de opname suïcidaal gedrag vertoonde. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van een psychiater en relevante politiegegevens.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 oktober 2021 waren betrokkene en haar advocaat, mr. R.A.F. Jansen, aanwezig, evenals een psychiater verbonden aan Yulius. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte. De psychiater verklaarde dat betrokkene inmiddels tot rust was gekomen en geen klachten vertoonde die wezen op een psychische stoornis. Ook was er volgens haar geen sprake van ernstig nadeel.

De rechtbank heeft op basis van deze informatie het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven door rechter mr. A. Buizer en op 18 oktober 2021 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/626590 / FA RK 21-7521
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 11 oktober 2021 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende te [verblijfplaats] ,
advocaat mr. C.E. Willemsen te Gorinchem.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 oktober 2021, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 6 oktober 2021 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 6 oktober 2021;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 6 oktober 2021;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2021. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met advocaat mr. R.A.F. Jansen, namens de hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam psychiater 2] , psychiater, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is bij aanvang van de opname sprake geweest van ernstig suïcidaal gedrag, waardoor insluiting noodzakelijk was. Betrokkene erkent dat zij (verslavings)hulp nodig heeft en dat zij om die hulp te krijgen uit wanhoop heeft gehandeld. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de psychiater dat betrokkene weer tot rust is gekomen en dat zij geen klachten ziet die wijzen op een psychische stoornis. Ook ziet zij op dit moment geen ernstig nadeel. De psychiater ziet dan ook geen reden meer om de crisismaatregel voort te zetten.
2.2.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 11 oktober 2021 mondeling gegeven door mr. A. Buizer, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier, en op 18 oktober 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.