ECLI:NL:RBROT:2021:10531

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
C/10/625646 / FA RK 21-7040
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen

Op 5 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, alsook aan depressieve-stemmingsstoornissen. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 20 september 2021, en na een mondelinge behandeling op 5 oktober 2021. Tijdens deze behandeling werd betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, mr. M.G. Hoogerwerf, en een verpleegkundig specialist van Yulius. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank concludeerde dat betrokkene ernstig nadeel ondervond door zijn psychische stoornis, wat leidde tot een aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat betrokkene onvoldoende bereid was om vrijwillige zorg te accepteren. De toegewezen zorg omvatte het toedienen van medicatie, medische controles en beperkingen in de vrijheid van betrokkene.

De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, ingaande op 5 oktober 2021, en eindigend op 5 oktober 2022. De beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 15 oktober 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/625646 / FA RK 21-7040
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 5 oktober 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende te [verblijfplaats betrokkene] ,
advocaat mr. M.G. Hoogerwerf te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 20 september 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 14 september 2021;
  • de zorgkaart van 9 september 2021;
  • het zorgplan van 9 september 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam verpleegkundig specialist] , verpleegkundige specialist, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en depressieve-stemmingsstoornissen.
Betrokkene kampt met een schizoaffectieve stoornis, waarvan de laatste episode een ernstige depressie was.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg vanzijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hijzijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de verpleegkundig specialist dat betrokkene vanaf vandaag weer permanent naar huis gaat. Betrokkene heeft daar al mee geoefend en het FACT team en Woonbegeleiding zijn georganiseerd voor de ambulante setting. Betrokkene heeft wel nog steeds angst voor de bijwerkingen van de medicatie en is om die reden soms ambivalent in het gebruik daarvan. Ook is betrokkene twee keer langdurig opgenomen geweest en is een lange periode van monitoring noodzakelijk. Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; ziet op het verplicht nakomen van afspraken in de ambulante setting.
2.6.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 5 oktober 2022;
Deze beschikking is op 5 oktober 2021 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier, en op 15 oktober 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.