In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de eiseres, Newfoods Enterprises B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Mojo Exotic Fruit B.V., met betrekking tot de betaling voor geleverde limoenen. De zaak is voortgekomen uit een tussenvonnis van 24 februari 2021, waarin Newfoods was toegelaten om bewijs te leveren dat Mojo de limoenen bij hen had besteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 oktober 2021 heeft Newfoods aanvankelijk aangegeven getuigen te willen horen, maar na een wisseling van advocaat heeft zij besloten af te zien van getuigenbewijs en verzocht om pleidooi.
Mojo heeft ter onderbouwing van haar verweer producties overgelegd, waaruit blijkt dat er een relatie was tussen Mojo en een derde partij, Sun City, en niet tussen Mojo en Newfoods. Newfoods heeft een e-mailwisseling overgelegd als bewijs, maar de rechtbank oordeelde dat deze onvoldoende was om de vordering te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Newfoods niet in staat is geweest om te bewijzen dat er een overeenkomst bestond tussen partijen voor de levering van de limoenen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vordering van Newfoods moet worden afgewezen, en heeft Newfoods als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Mojo.
Het vonnis is op 10 november 2021 uitgesproken door mr. C. van Steenderen-Koornneef en de proceskosten zijn begroot op een totaal van € 10.326,-, bestaande uit griffierecht en advocaatkosten.