ECLI:NL:RBROT:2021:10503

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 november 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
588197 HA ZA 19-1192
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van geleverde goederen en bewijslevering in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de eiseres, Newfoods Enterprises B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Mojo Exotic Fruit B.V., met betrekking tot de betaling voor geleverde limoenen. De zaak is voortgekomen uit een tussenvonnis van 24 februari 2021, waarin Newfoods was toegelaten om bewijs te leveren dat Mojo de limoenen bij hen had besteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 oktober 2021 heeft Newfoods aanvankelijk aangegeven getuigen te willen horen, maar na een wisseling van advocaat heeft zij besloten af te zien van getuigenbewijs en verzocht om pleidooi.

Mojo heeft ter onderbouwing van haar verweer producties overgelegd, waaruit blijkt dat er een relatie was tussen Mojo en een derde partij, Sun City, en niet tussen Mojo en Newfoods. Newfoods heeft een e-mailwisseling overgelegd als bewijs, maar de rechtbank oordeelde dat deze onvoldoende was om de vordering te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Newfoods niet in staat is geweest om te bewijzen dat er een overeenkomst bestond tussen partijen voor de levering van de limoenen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vordering van Newfoods moet worden afgewezen, en heeft Newfoods als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Mojo.

Het vonnis is op 10 november 2021 uitgesproken door mr. C. van Steenderen-Koornneef en de proceskosten zijn begroot op een totaal van € 10.326,-, bestaande uit griffierecht en advocaatkosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/588197 / HA ZA 19-1192
Bij vervroeging
Vonnis van 10 november 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEWFOODS ENTERPRISES B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. S. Tuithof te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOJO EXOTIC FRUIT B.V.,
gevestigd te Oud-Beijerland,
gedaagde,
advocaat mr. C.M. van Ommeren te Rotterdam.
Partijen zullen hierna “Newfoods” en “Mojo” genoemd worden.

1..Het vervolg van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 24 februari 2021 en de daarin genoemde processtukken;
  • de akte aanvullende producties van Mojo (producties 11 tot en met 16);
  • de brief van mr. Tuithof van 5 oktober 2021 met productie 14;
  • de pleitnota van Newfoods;
  • de aantekening dat de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 oktober 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De verdere beoordeling

Vervolg van de procedure

2.1.
In het tussenvonnis van 24 februari 2021 is Newfoods toegelaten te bewijzen dat dat Mojo de limoenen waarvan in deze procedure betaling wordt gevorderd, bij Newfoods heeft besteld.
2.2.
Newfoods heeft aanvankelijk kenbaar gemaakt dat zij bewijs wenste te leveren door het laten horen van getuigen. Na wisseling van advocaat heeft Newfoods afgezien van het laten horen van getuigen en heeft zij verzocht om pleidooi. De rechtbank heeft conform artikel 87 lid 8 Rv een mondelinge behandeling bepaald waarop partijen hun standpunten nader hebben kunnen uiteenzetten.
2.3.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft Mojo een aantal producties overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt dat er een relatie was tussen Mojo en Sun City en niet tussen Mojo en Newfoods. Newfoods heeft als productie 14 een e-mailwisseling tussen Newfoods en Mojo in de periode van 30 april 2019 tot en met 15 mei 2019 overgelegd over een afspraak tussen de heer [persoon A] van Mojo en de heer [persoon B] van Newfoods.
Verdere beoordeling
2.4.
Newfoods is er niet in geslaagd te bewijzen dat Mojo de limoenen waarvan betaling wordt gevorderd bij Newfoods heeft besteld, gelet op het volgende. Newfoods heeft tijdens de mondelinge behandeling in haar pleitnota nogmaals uiteengezet dat op één e-mail na (productie 1 bij conclusie van antwoord) alle communicatie over de limoenen heeft plaatsgevonden tussen Newfoods en Mojo en dat de communicatie met Sun City waar Mojo naar verwijst alleen betrekking heeft op ananas en mandarijnen. Over de correspondentie waar Newfoods naar verwijst, heeft de rechtbank in het tussenvonnis van 24 februari 2021 al geoordeeld dat op basis daarvan niet kan worden vastgesteld dat Mojo de limoenen bij Newfoods heeft besteld. Ook de (nieuwe) productie 14 van Newfoods vormt hiervoor onvoldoende bewijs. De heer [persoon A] heeft ter zitting verklaard dat hij zich geïntimideerd voelde en dat hij daarom overleg met Newfoods wilde om het probleem op te lossen. Het enkele feit dat Mojo in gesprek wilde met Newfoods naar aanleiding van de betalingsherinneringen is onvoldoende om vast te kunnen stellen dat er een contractuele relatie tussen Mojo en Newfoods is op grond waarvan Mojo enig bedrag aan Newfoods is verschuldigd voor de limoenen, mede gelet op het onderbouwde verweer van Mojo. Andere bewijsmiddelen heeft Newfoods niet aangeleverd.
2.5.
Aangezien Newfoods er niet in is geslaagd door haar gestelde overeenkomst te bewijzen, wordt de vordering afgewezen.
2.6.
Newfoods wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

3..De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt Newfoods in de proceskosten, aan de zijde van Mojo tot op heden begroot op € 4.131,- aan griffierecht en € 6.195,- (3,5 punten x tarief € 1.770,-) aan salaris voor de advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van Steenderen-Koornneef in het openbaar uitgesproken op 10 november 2021.2474