ECLI:NL:RBROT:2021:105

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 januari 2021
Publicatiedatum
12 januari 2021
Zaaknummer
C/10/599335 / HA ZA 20-628
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden en betaling van openstaande facturen in een bouwtechnisch adviescontract

In deze zaak heeft Bureau Bouwkunde Nederland B.V. (eiseres) een vordering ingesteld tegen verschillende vennootschappen van de restaurantketen Happy Italy (gedaagden) wegens onbetaalde facturen voor bouwtechnisch advies en planuitwerking. De rechtbank Rotterdam heeft op 6 januari 2021 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. De kern van het geschil betreft de vraag welke vennootschappen partij zijn bij de overeenkomst en de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, in het bijzonder de DNR 2011. Bureau Bouwkunde heeft op 21 maart 2019 een offerte uitgebracht aan Happy Italy Lansingerland, die op 26 maart 2019 is geaccepteerd. Later zijn er ook projecten in Almere en Breda aan de overeenkomst toegevoegd. Bureau Bouwkunde heeft facturen gestuurd voor de geleverde diensten, maar een deel van deze facturen is onbetaald gebleven. Happy Italy c.s. hebben verweer gevoerd en betwist dat zij de facturen verschuldigd zijn, onder andere omdat zij van mening zijn dat Bureau Bouwkunde tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst. De rechtbank heeft geoordeeld dat Happy Italy Lansingerland de factuur van € 5.142,50 moet betalen, inclusief wettelijke handelsrente, en dat RMG en Happy Italy Almere hoofdelijk moeten betalen voor een bedrag van € 24.801,75, eveneens inclusief rente. De vordering tegen Happy Italy Breda is afgewezen. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van Bureau Bouwkunde toegewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/599335 / HA ZA 20-628
Vonnis van 6 januari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUREAU BOUWKUNDE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaten mrs. A. van der Schee en H.R. Flipse te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAPPY ITALY LANSINGERLAND B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAPPY ITALY ALMERE B.V.,
gevestigd te Almere,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAPPY ITALY BREDA B.V.,
gevestigd te Breda,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RESTAURANT MANAGEMENT GROUP B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagden,
advocaat mr. A.M. Roepel te Berkel en Rodenrijs.
Partijen zullen hierna Bureau Bouwkunde en Happy Italy c.s. genoemd worden. Voor zover gedaagden 1 tot en met 4 afzonderlijk worden bedoeld, worden zij aangeduid als Happy Italy Lansingerland, respectievelijk Happy Italy Almere, respectievelijk Happy Italy Breda, respectievelijk RMG.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 juni 2020, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de oproepingsbrief van deze rechtbank van 9 september 2020, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte overleggen producties van Bureau Bouwkunde, met producties 15 tot en met 19;
  • de spreekaantekeningen van partijen;
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 19 november 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Bureau Bouwkunde is een bouwkundig adviesbureau in de burger- en utiliteitsbouw. [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is bestuurder van Bureau Bouwkunde.
2.2.
Happy Italy c.s. maken onderdeel uit van de restaurantketen Happy Italy.
2.3.
[naam 2] (hierna: [naam 2] ) is de bevoegde persoon binnen Happy Italy Lansingerland, Happy Italy Almere, Happy Italy Breda en RMG.
2.4.
Bureau Bouwkunde heeft op 21 maart 2019 aan Happy Italy Lansingerland een offerte uitgebracht voor bouwtechnisch advies en de planuitwerking voor de bouw van een nieuwe vestiging van Happy Italy in de gemeente Lansingerland (hierna: het project Lansingerland). Happy Italy Lansingerland heeft deze offerte op 26 maart 2019 geaccepteerd (hierna ook: de overeenkomst Lansingerland).
2.5.
In artikel 3.1 van de overeenkomst Lansingerland is bepaald:
“Aanbieding advisering, werkzaamheden
De uitwerking van genoemde werkzaamheden bieden wij u als volgt:
a.
a) BT (TO/B + UG (Bestekplan en Uitvoering) € 39.500
b) Kostenraming DO € Incl.
c) ST (Stabu2 bestek) bouwkundig € Incl.
d) ST (Stabu2 bestek) constructies € Incl.
e) BT Directiebegroting (Stabu) € Incl.
f) PC Prijs- & contractvorming € Incl.
g) Technisch directievoering (per week) € 450
h) Toezicht bouwplaats, ondersteuning n.t.b.
i.
i) BT (TO/B + UG (constructies bestekplan en € 8.500
werktekeningen) + uitvoeringscontrole (2x)
Bedragen zijn prijsvast, gebaseerd op planuitwerking 2019.”
2.6.
In de overeenkomst Lansingerland is tevens bepaald:
“Op onze werkzaamheden zijn van toepassing "De Nieuwe Regeling 2011, Rechtsverhouding opdrachtgever-architect, ingenieur en adviseur” (DNR 2011).”
2.7.
In artikel 56 lid 7 van de DNR 2011 is bepaald:

Vindt de betaling niet plaats binnen één maand na de dag waarop deze uiterlijk had behoren te geschieden, dan kan de adviseur aanspraak maken op vergoeding van rente tegen het wettelijk rentepercentage verhoogd met drie procent met ingang van de dag waarop deze maand is verstreken, een en ander zonder nader herinneringsbericht of aanmaning van de adviseur.”
2.8.
Op 30 april 2019 heeft Bureau Bouwkunde een offerte gestuurd aan [naam 2] voor een project in Almere (hierna: project Almere). Op 3 mei 2019 is Bureau Bouwkunde verzocht deze aan te passen naar twee gelijktijdig uit te voeren projecten, te weten het project Almere en een project in Breda (hierna: project Breda). [naam 1] heeft [naam 2] daartoe per e-mail bericht:
“Ik heb de aanbiedingen intern besproken en bekeken. Voor twee projecten kunnen er zaken efficiënter; vandaar mijn voorstel voor de 2 projecten gelijktijdig uitvoering in één totaal
aanbieding.
Op basis van de gelijktijdige uitvoering van de projecten Almere en Breda doe ik je een totaal voorstel, inclusief uitwerking, coördinatie, genoemde vergunningen en werkbezoeken voor totaal € 40.000,- excl. btw. De overige zaken blijven zoals in de eerdre offerte benoemd. Graag verneem ik of jij je hierin kunt vinden.”
2.9.
[naam 2] heeft daarop diezelfde dag als volgt gereageerd:
“Welke overige zaken blijven hetzelfde inzake deze projecten?”
2.10.
[naam 1] heeft hierop op 4 mei 2019 geantwoord:
“Hoi [naam 2] , verder blijft alles hetzelfde, het betreft nu een (1) integrale aanbieding voor de 2 projecten.”
2.11.
Op 6 mei 2019 heeft Bureau Bouwkunde een opdrachtbevestiging gestuurd voor bouwtechnisch advies en planuitwerking voor de projecten Almere en Breda. [naam 2] heeft op diezelfde dag aan [naam 1] bericht:
“En met Rotterdam er bij?
Drie projecten gelijktijdig.”
2.12.
[naam 1] heeft op 7 mei 2019 hierop geantwoord:
“Ik stel voor dat we Rotterdam dan voor slechts € 12.500 er bij doen.”
2.13.
[naam 2] heeft daarop op 10 mei 2019 gereageerd als volgt:
“Akkoord”.
2.14.
Voor het project Lansingerland heeft Bureau Bouwkunde facturen gezonden aan Happy Italy Lansingerland, waarvan een bedrag van € 5.142,50 onbetaald is gebleven.
2.15.
Voor het project Almere heeft Bureau Bouwkunde facturen gezonden aan Happy Italy Almere, waarvan een bedrag van € 30.824,75 onbetaald is gebleven. Dit bedrag staat onder meer uit een factuur van € 1.149,50 voor meerwerk, welk meerwerk in augustus 2019 door partijen bij deze overeenkomst is geaccordeerd.
2.16.
Voor het project Breda heeft Bureau Bouwkunde facturen gezonden aan Happy Italy Breda van in totaal € 5.944,13. Deze facturen zijn onbetaald gebleven.
2.17.
Het project Breda is uiteindelijk niet gerealiseerd.
3. Het geschil
3.1.
Bureau Bouwkunde vordert – samengevat – dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Happy Italy Lansingerland veroordeelt om aan Bureau Bouwkunde te voldoen een bedrag van € 5.142,50 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de datum van verzuim, althans vanaf 17 oktober 2019, althans vanaf de dag van dagvaarding;
II. Happy Italy Lansingerland veroordeelt om aan Bureau Bouwkunde te voldoen een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsom, vanaf één maand nadat de (deels) openstaande factuur opeisbaar is geworden, zijnde 17 november 2019, althans de dag van dagvaarding;
III. RMG en Happy Italy Almere hoofdelijk veroordeelt om aan Bureau Bouwkunde te voldoen een bedrag van € 30.824,75 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de datum van verzuim van iedere factuur, althans vanaf respectievelijk 28 juli 2019, 2 oktober 2019, 17 oktober 2019, 23 oktober 2019 en 2 november 2019, althans vanaf de dag van dagvaarding;
IV. RMG en Happy Italy Almere hoofdelijk veroordeelt om aan Bureau Bouwkunde te voldoen een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsom, vanaf één maand nadat de (deels) openstaande facturen opeisbaar zijn geworden, althans vanaf respectievelijk 28 augustus 2019, 2 november 2019, 17 november 2019, 23 november 2019 en 2 december 2019, althans vanaf de dag van dagvaarding;
V. RMG en Happy Italy Breda hoofdelijk veroordeelt om aan Bureau Bouwkunde te voldoen een bedrag van € 5.944,13 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, althans de wettelijke rente, vanaf de datum van verzuim van iedere factuur, althans vanaf respectievelijk 28 juli 2019 en 8 augustus 2019, althans de dag van dagvaarding;
VI. RMG en Happy Italy Breda hoofdelijk veroordeelt om aan Bureau Bouwkunde te voldoen een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsom, vanaf één maand nadat de (deels) openstaande facturen opeisbaar zijn geworden, althans vanaf respectievelijk 28 augustus 2018 en 8 september 2019, althans de dag van dagvaarding;
VII. RMG, Happy Italy Lansingerland, Happy Italy Almere en Happy Italy Breda hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.194,11 aan Bureau Bouwkunde;
VIII. RMG, Happy Italy Lansingerland, Happy Italy Almere en Happy Italy Breda hoofdelijk veroordeelt in de (na)kosten van deze procedure, met daarbij de bepaling dat indien deze kosten niet binnen vijf dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis aan Bureau Bouwkunde zullen zijn voldaan, daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn.
3.2.
Happy Italy c.s. voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Bureau Bouwkunde, althans tot afwijzing van haar vorderingen, met veroordeling van Bureau Bouwkunde, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de (na)kosten van deze procedure, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4..De beoordeling

De vordering van € 5.142,50 met rente en opslag jegens Happy Italy Lansingerland

4.1.
Bureau Bouwkunde legt aan deze vorderingen – samengevat – het volgende ten grondslag.
4.1.1.
Bureau Bouwkunde heeft op grond van de overeenkomst met Happy Italy Lansingerland bouwtechnisch advies gegeven en de planuitwerking verstrekt. De werkzaamheden zijn door Bureau Bouwkunde naar behoren uitgevoerd en door haar zijn facturen aan Happy Italy Lansingerland verstuurd. Happy Italy Lansingerland heeft de factuur van 17 september 2019 onbetaald gelaten.
4.1.2.
Omdat Happy Italy Lansingerland heeft nagelaten de factuur van 17 september 2019 binnen de gestelde betalingstermijn van dertig dagen na de factuurdatum te voldoen, is zij in verzuim. Op grond van artikel 56 lid 7 DNR 2011 is Happy Italy Lansingerland, naast de wettelijke handelsrente, een opslag verschuldigd van 3% per jaar bovenop het wettelijke handelsrente percentage.
4.2.
Happy Italy Lansingerland betwist dat zij de factuur van € 5.142,50 en de gevorderde rente en opslag is verschuldigd en voert daartoe het volgende aan.
4.2.1.
Bureau Bouwkunde was gehouden de in de geaccepteerde offerte genoemde werkzaamheden te verrichten voor het afgesproken bedrag van € 47.795,00 inclusief btw (€ 39.500,00 exclusief btw). Dit bedrag is aan Bureau Bouwkunde betaald. Er is volgens Happy Italy c.s. geen sprake van overeenstemming over verhoging van het voor het project Lansingerland afgesproken bedrag, zodat Bureau Bouwkunde ten onrechte € 5.142,50 heeft gefactureerd. Bovendien is de factuur van 17 september 2019 niet gespecificeerd, is de omschrijving niet duidelijk en heeft Bureau Bouwkunde geen toelichting gegeven op de factuur, aldus Happy Italy c.s.
4.2.2.
Happy Italy c.s. stellen zich voorts op het standpunt dat Bureau Bouwkunde is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst Lansingerland, nu zij onjuist heeft geadviseerd en fouten heeft gemaakt. De aannemer van Happy Italy Lansingerland heeft laatstgenoemde erop gewezen dat Bureau Bouwkunde voor honderdduizenden euro’s aan te dure keuzes heeft gemaakt. Als gevolg van deze tekortkoming heeft Happy Italy Lansingerland de overeenkomst Lansingerland gedeeltelijk ontbonden, zodanig dat de overeengekomen vergoeding wordt verminderd met een bedrag van € 23.747,50, zijnde de helft van het overeengekomen bedrag van € 47.795,00 (€ 39.500,00 exclusief btw), aldus Happy Italy c.s. Nu Happy Italy Lansingerland het overeengekomen bedrag reeds volledig aan Bureau Bouwkunde heeft betaald, heeft zij een vordering op Bureau Bouwkunde van € 23.747,50. Deze vordering heeft zij overgedragen aan Happy Italy Almere, als gevolg waarvan Happy Italy Almere zich jegens Bureau Bouwkunde op verrekening kan beroepen (waarover hierna onder 4.15.2 meer). Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is door Happy Italy c.s. aangevoerd dat de ontbinding ook ziet op het factuurbedrag van € 5.142,50.
4.2.3.
Ten aanzien van het beroep van Bureau Bouwkunde op de DNR 2011 stellen Happy Italy c.s. dat de DNR 2011 niet van toepassing zijn, althans vernietigbaar zijn, nu zij bij het aangaan van de overeenkomst niet aan Happy Italy Lansingerland ter hand zijn gesteld. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben Happy Italy c.s. daaraan toegevoegd dat de DNR 2011 vernietigbaar zijn, althans buiten toepassing moeten worden gelaten, nu toepassing ervan in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Voor zover nodig hebben Happy Italy c.s. een beroep gedaan op matiging.
4.3.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4.4.
Zoals hiervoor in 2.5 vermeld, is in artikel 3.1 van de offerte voor de werkzaamheden onder a tot en met h een prijs genoemd van € 39.500,00 (exclusief btw) en voor de werkzaamheden onder i (‘constructies bestekplan en werktekeningen’) een prijs van € 8.500,00 (exclusief btw). Niet in geschil is dat de factuur van € 5.142,50 (inclusief btw) ziet op de helft van het bedrag van € 8.500,00. Happy Italy c.s. heeft voorts niet betwist de eerste helft van dit bedrag reeds aan Bureau Bouwkunde te hebben voldaan.
4.5.
Happy Italy Lansingerland heeft de offerte geaccepteerd en daarmee ook de verplichting op zich genomen tot betaling van het bedrag van € 8.500,00. Happy Italy c.s. hebben gesteld dat Bureau Bouwkunde de werkzaamheden die betrekking hebben op het bedrag van € 8.5000,00 niet heeft uitgevoerd, nu deze zien op de uitvoerende fase en Bureau Bouwkunde niet betrokken is geweest bij de uitvoerende fase. Volgens Happy Italy c.s. zijn de werktekeningen gemaakt door de aannemer van Happy Italy Lansingerland, Van Baaren Aannemers, in de uitvoerende fase en dus niet door Bureau Bouwkunde.
4.6.
Bureau Bouwkunde heeft daar ter gelegenheid van de mondelinge behandeling tegenover gesteld dat de factuur van € 5.142,50 ziet op constructietekeningen die in opdracht van Bureau Bouwkunde door haar onderaannemer zijn gemaakt en onderdeel uitmaken van de werktekeningen. De factuur heeft derhalve betrekking op de in de offerte genoemde, overeengekomen en daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden, aldus Bureau Bouwkunde. Volgens Bureau Bouwkunde zijn de tekeningen die door de aannemer van Happy Italy Lansingerland zijn gemaakt productietekeningen. Dat is volgens Bureau Bouwkunde een wezenlijk verschil met werktekeningen.
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat Happy Italy c.s. de stelling van Bureau Bouwkunde, dat zij constructietekeningen heeft gemaakt die onderdeel uitmaken van de werktekeningen, onvoldoende gemotiveerd hebben betwist. Het ligt voor de hand dat Bureau Bouwkunde al in een eerdere fase dan de uitvoerende fase tekeningen heeft moeten maken en dat ook heeft gedaan. Daarbij wordt eveneens in aanmerking genomen dat Happy Italy Lansingerland de eerste betalingstermijn van het bedrag van € 8.500,00 reeds aan Bureau Bouwkunde heeft voldaan. Dat er in een later stadium wellicht nog andere tekeningen zijn gemaakt door de aannemer van Happy Italy Lansingerland, sluit niet uit dat door Bureau Bouwkunde in de constructiefase eveneens tekeningen zijn gemaakt. Happy Italy c.s. hebben ter gelegenheid van de mondelinge behandeling nog een bewijsaanbod gedaan tot het horen van de heer [naam 3] Aannemers, maar gelet op het ontbreken van een nadere onderbouwing van de stellingen van Happy Italy c.s. in dit kader, wordt aan bewijslevering op dit punt niet toegekomen.
4.8.
Het door Happy Italy c.s. gedane beroep op ontbinding van de overeenkomst Lansingerland, betreft een bevrijdend verweer. Het is dus aan Happy Italy c.s. om voldoende onderbouwd te stellen – en zo nodig te bewijzen – dat Happy Italy Lansingerland een rechtsgeldig beroep op ontbinding heeft gedaan (en vervolgens de daardoor op Bureau Bouwkunde ontstane vordering rechtsgeldig heeft gecedeerd aan Happy Italy Almere). De rechtbank is van oordeel dat Happy Italy c.s.– mede gelet op de gemotiveerde betwisting van Bureau Bouwkunde – daarin niet zijn geslaagd. Volgens Happy Italy c.s. was nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk, zoals bedoeld in artikel 6:265 lid 2 BW. Op het moment dat Happy Italy Lansingerland de fouten ontdekte, konden de fouten niet meer ongedaan worden gemaakt, aldus Happy Italy c.s. Door Bureau Bouwkunde wordt betwist dat nakoming blijvend onmogelijk was. Zij stelt daartoe dat eventuele wijzigingen gemakkelijk hadden kunnen worden doorgevoerd, ook nog in de fase nadat Bureau Bouwkunde het werk al had afgerond. Happy Italy c.s. hebben daarop niet meer gereageerd, zodat onvoldoende onderbouwd is gesteld dat nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk was. Tussen partijen is niet in geschil dat Happy Italy c.s. bij Bureau Bouwkunde nimmer hebben geklaagd over de uitvoering van de werkzaamheden en dat Bureau Bouwkunde niet in gebreke is gesteld. Aan het vereiste van verzuim is dus niet voldaan, zodat, nog afgezien van de vraag of Bureau Bouwkunde toerekenbaar is tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst Lansingerland, reeds op grond daarvan Happy Italy Almere geen beroep op ontbinding toekomt.
4.9.
Gelet op het voorgaande, zal de vordering van € 5.142,50 worden toegewezen. Nu door Bureau Bouwkunde onbestreden is gesteld dat de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW van toepassing is, nu partijen handelen uit hoofde van hun beroep en bedrijf en Happy Italy c.s. geen zelfstandig verweer hebben gevoerd tegen de gevorderde wettelijke handelsrente, zal deze worden toegewezen. Door Happy Italy c.s. is niet betwist dat partijen een uiterste datum van betaling zijn overeengekomen, te weten 30 dagen na factuurdatum, zodat de wettelijke handelsrente zal worden toegewezen vanaf 17 oktober 2019, 30 dagen na factuurdatum.
4.10.
Ten aanzien van de toepasselijkheid en vernietigbaarheid van de DNR 2011 – op welke voorwaarden Bureau Bouwkunde zich beroept ter onderbouwing van de door haar gevorderde opslag op de wettelijke handelsrente – geldt het volgende. In de overeenkomst Lansingerland wordt verwezen naar de DNR 2011. Deze overeenkomst is ondertekend door Happy Italy Lansingerland, waardoor de DNR 2011 jegens haar toepasselijk zijn geworden.
4.11.
De rechtbank is van oordeel dat het beroep van Happy Italy Lansingerland op de vernietigbaarheid van de DNR 2011 niet kan slagen, met inachtneming van het volgende. Door Bureau Bouwkunde is niet bestreden dat zij heeft nagelaten de DNR 2011 aan Happy Italy Lansingerland ter hand te stellen. Daartegenover heeft Bureau Bouwkunde echter aangevoerd dat Happy Italy Lansingerland zich niet kan beroepen op de door haar gestelde vernietigingsgrond, omdat Happy Italy c.s. hun jaarrekening openbaar hebben gemaakt en een partij is als bedoeld in artikel 6:235 lid 1 sub b BW. Happy Italy c.s. hebben de juistheid van deze stellingen niet betwist, waardoor de rechtbank ze als vaststaand aanneemt. Happy Italy Lansingerland komt derhalve geen beroep toe op de vernietigingsgrond van artikel 6:233 BW.
4.12.
Voor zover Happy Italy Lansingerland haar beroep heeft gegrond op artikel 6:248 lid 2 BW, de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid, geldt het volgende. Happy Italy c.s. hebben aangevoerd dat het gaat om een heel specifieke set algemene voorwaarden die in de branche van Happy Italy c.s., in tegenstelling tot in de branche van Bureau Bouwkunde, niet worden gebruikt. De rechtbank acht het vrij vanzelfsprekend dat Bureau Bouwkunde algemene voorwaarden hanteert die in haar branche worden gehanteerd. Het enkele feit dat deze set algemene voorwaarden in de branche van Happy Italy c.s. niet wordt gebruikt, is onvoldoende om een beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid te kunnen rechtvaardigen. Immers, artikel 6:248 lid 2 BW vereist een afweging van de belangen, feiten en omstandigheden van het concrete geval. Ook het enkele feit dat de door Bureau Bouwkunde gevorderde rente op grond van artikel 56 lid 7 DNR zou leiden tot een hoog bedrag in een tijd waarin de rente laag is, zo niet negatief, zoals door Happy Italy c.s. is aangevoerd, is op zichzelf onvoldoende om het beding in strijd te achten met de redelijkheid en billijkheid. Het doet ook geen recht aan de concrete toets die artikel 6:248 lid 2 BW vereist. Een en ander brengt mee dat Happy Italy c.s. onvoldoende hebben gesteld om hun beroep te kunnen doen slagen. Voor zover het beroep op matiging eveneens is gebaseerd op artikel 6:248 BW, bestaat daarvoor, gelet op het voorgaande, evenmin grond.
4.13.
Op grond van het onder 4.10 tot en met 4.12 overwogene, zal de vordering tot betaling van een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsom, thans € 5.142,50 worden toegewezen. Dit bedrag zal, op grond van artikel 56 lid 7 DNR worden toegewezen vanaf 17 november 2019, één maand na de dag waarop de betaling van € 5.142,50 uiterlijk had behoren te geschieden.
De vordering van € 30.824,75 met rente jegens RMG en Happy Italy Almere en de vordering van € 5.944,13 met rente jegens RMG en Happy Italy Breda
4.14.
Bureau Bouwkunde legt aan deze vorderingen – samengevat – het volgende ten grondslag.
4.14.1.
[naam 2] is namens RMG, de overkoepelende organisatie van de Happy Italy vennootschappen, akkoord gegaan met de offerte met betrekking tot de projecten Almere en Breda, waardoor tussen RMG en Bureau Bouwkunde een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan Bureau Bouwkunde bouwtechnisch advies heeft gegeven en planuitwerking heeft verstrekt voor de projecten Almere en Breda. RMG is derhalve gehouden de nog openstaande facturen voor de projecten Almere en Breda te voldoen. Dit betreft een bedrag van € 30.824,75 respectievelijk € 5.944,13. Voor betaling van deze bedragen zijn Happy Italy Almere respectievelijk Happy Italy Breda aansprakelijk op grond van ongerechtvaardigde verrijking.
4.14.2.
Ook op deze overeenkomst zijn de DNR 2011 van toepassing. Na de
opdrachtbevestiging is immers alleen nog onderhandeld over de prijs; alle overige punten uit de offerte zijn hetzelfde gebleven, aldus Bureau Bouwkunde. Omdat Happy Italy c.s. hebben nagelaten de facturen binnen de gestelde betalingstermijn van dertig dagen na de factuurdatum te voldoen, zijn zij in verzuim. Op grond van artikel 56 lid 7 DNR 2011 zijn zij, naast de wettelijke handelsrente, een opslag verschuldigd van 3% per jaar bovenop het wettelijke handelsrente percentage.
4.15.
Happy Italy c.s. betwisten dat zij de facturen zijn verschuldigd en voeren daartoe – samengevat – het volgende aan.
4.15.1.
Het was voor alle partijen duidelijk dat er bij overeenstemming een overeenkomst
tot stand zou komen tussen Bureau Bouwkunde en de Happy Italy vennootschappen waar de desbetreffende projecten betrekking op hadden. Er is nooit gesproken over betrokkenheid van RMG. Behoudens dat [naam 2] een e-mailaccount heeft gebruikt met de naam RMG is de naam RMG niet voorgekomen in de communicatie tussen partijen. Dat blijkt ook uit het feit dat Bureau Bouwkunde de facturen voor het project Almere heeft gezonden aan Happy Italy Almere en niet aan RMG. Met betrekking tot het project Breda geldt zelfs dat de facturen naar de verkeerde vennootschap zijn gezonden. De facturen zijn immers verzonden aan Happy Italy Breda, terwijl gefactureerd had moeten worden aan Happy Italy Breda Centrum B.V., nu dit de vennootschap is ten behoeve waarvan de werkzaamheden moesten worden verricht. Nu RMG en Happy Italy Breda geen contractspartijen zijn en Happy Italy Breda nimmer kan zijn verrijkt, doordat ten behoeve van haar geen werkzaamheden zijn verricht, kunnen zij niet worden aangesproken tot betaling door Bureau Bouwkunde, aldus Happy Italy c.s.
4.15.2.
Voorts stellen Happy Italy c.s. het volgende. Er is voor de projecten Almere en Breda een totaal- en all-in prijs afgesproken van € 40.000,00 (exclusief btw). Gelet op de gelijke aard en omvang van de projecten Almere en Breda moet een bedrag van € 20.000,00 exclusief btw worden toegerekend aan beide projecten. Er kan dus per project nooit meer dan € 20.000,00 worden gefactureerd. Happy Italy Almere heeft ter zake van het project Almere reeds een bedrag van € 12.647,75 aan Bureau Bouwkunde betaald, waardoor Bureau Bouwkunde maximaal nog recht zou hebben op een bedrag van € 11.552,25 ter zake van het project Almere. Happy Italy Almere doet met betrekking tot dit restant een beroep op (opschorting ten behoeve van) verrekening, zoals vermeld onder 4.2.2.
4.15.3.
Ten aanzien van het project Breda is – naast het standpunt dat Happy Italy Breda ten onrechte in de procedure is betrokken – aanvankelijk door Happy Italy c.s. betwist dat ten behoeve van dit project werkzaamheden zijn verricht. Daarbij is volgens Happy Italy c.s. tevens van belang dat de aan Happy Italy Breda verzonden facturen pas zijn gezonden nadat partijen in een conflictsituatie waren beland. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Happy Italy c.s. niet langer het standpunt ingenomen dat door Bureau Bouwkunde helemaal geen werkzaamheden zijn verricht voor het project Breda, maar dat door Bureau Bouwkunde enkel een eenvoudige vergunning is aangevraagd en dat daarvoor nimmer een bedrag van € 5.944,13 in rekening kan worden gebracht.
4.15.4.
Happy Italy c.s. betwisten voorts dat de DNR 2011 op de overeenkomst met betrekking tot de projecten Almere en Breda van toepassing zijn. Deze overeenkomst is tot stand gekomen door onderhandeling per e-mail tussen [naam 2] en [naam 1] . In geen van de e-mails wordt verwezen naar de DNR 2011 en die voorwaarden zijn dus niet van toepassing verklaard. Voor het geval de voorwaarden wel van toepassing zouden zijn, doen Happy Italy c.s. een beroep op vernietigbaarheid, omdat de voorwaarden niet ter hand zijn gesteld. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben Happy Italy c.s. daaraan toegevoegd dat de DNR 2011 vernietigbaar zijn, althans buiten toepassing moeten worden gelaten, nu toepassing ervan in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Voor zover nodig doen zij een beroep op matiging.
4.16.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4.17.
Door Happy Italy c.s. is niet betwist dat op 30 april 2019 een offerte is gezonden aan [naam 2] voor het project Almere en dat later is besloten daarin ook het project Breda te betrekken. Door Happy Italy c.s. is evenmin betwist dat [naam 2] eigenaar en oprichter is van alle Happy Italy vestigingen en van de overkoepelende entiteit RMG. Uit de e-mailberichten, zoals vermeld onder 2.8 tot en met 2.13, blijkt dat [naam 2] per e-mail, met gebruikmaking van het e-mailadres van RMG, akkoord is gegaan met de offerte. Nu [naam 2] in deze e-mails niet nader heeft gespecificeerd namens welke entiteit(en) hij de overeenkomst ter zake van Almere en Breda aanging, mocht Bureau Bouwkunde RMG als haar contractspartij beschouwen.
4.18.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Bureau Bouwkunde de grondslag van haar vordering ten aanzien van Happy Italy Almere en Happy Italy Breda aangevuld in die zin, dat de vordering niet langer enkel wordt gegrond op ongerechtvaardigde verrijking, maar ook op nakoming van de overeenkomst, tezamen met RMG. Aangezien Happy Italy c.s. niet hebben betwist dat Happy Italy Almere als contractspartij kan worden beschouwd, acht de rechtbank zowel RMG als Happy Italy Almere als contractspartijen gebonden aan de overeenkomst ter zake van het project Almere.
4.19.
Ten aanzien van Happy Italy Breda ligt dit anders. Happy Italy c.s. hebben gesteld dat Happy Italy Breda niet is verbonden aan de vestiging aan de Karnemelkstraat waar het project Breda op zag. Bureau Bouwkunde hebben daartegenover gesteld dat Happy Italy Breda nimmer heeft aangegeven dat zij niet door Bureau Bouwkunde kan worden aangesproken, terwijl de facturen op naam staan van Happy Italy Breda. Ook stelt zij dat uit de overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel niet is gebleken dat Happy Italy Breda Centrum B.V. de juiste partij zou zijn waaraan had moeten worden gefactureerd, nu deze vennootschap is gevestigd in Dordrecht. Volgens Happy Italy c.s. dienen deze onduidelijkheden voor rekening en risico van Happy Italy c.s. te blijven. Door Happy Italy c.s. is echter onbestreden gesteld dat Happy Italy Breda de vennootschap is, die (enkel) is verbonden aan de Happy Italy locatie aan de Bavelseweg te Breda. Tussen partijen is evenmin in geschil dat het project Breda zag op de locatie aan de Karnemelkstraat. Gelet daarop kon Bureau Bouwkunde er niet zonder meer vanuit gaan dat ten aanzien van het project Breda, betreffende de locatie op de Karnemelkstraat, Happy Italy Breda de aan dat project verbonden vennootschap was. Met betrekking tot het project Breda kan Happy Italy Breda dus niet als contractspartij worden beschouwd. Gelet op het voorgaande kan evenmin worden geoordeeld dat Happy Italy Breda ongerechtvaardigd is verrijkt, zodat Bureau Bouwkunde ook op die grond geen vordering jegens Happy Italy Breda toekomt. De vorderingen jegens Happy Italy Breda zullen dan ook worden afgewezen.
4.20.
Tussen partijen is niet in geschil dat voor uitvoering van werkzaamheden door Bureau Bouwkunde voor de projecten Almere en Breda een totaal- en all-in prijs is overeengekomen van € 40.000,00. Evenmin is geschil dat het ging om gelijktijdig uit te voeren projecten. Happy Italy heeft onvoldoende gemotiveerd bestreden dat er bij deze twee projecten sprake was van een bepaalde mate van overlap in de werkzaamheden op grond waarvan Bureau Bouwkunde efficiënter kon werken, door bijvoorbeeld op één locatie overleg te voeren voor beide projecten. Door Bureau Bouwkunde is niet bestreden dat deze projecten in omvang beperkter waren dan het project Lansingerland. Dit zijn de tussen partijen vaststaande uitgangspunten. De rechtbank gaat voorbij aan hetgeen Bureau Bouwkunde heeft gesteld over de mondelinge afspraak dat nog tien projecten zouden volgen en dat deze afspraak voor een prijsdrukkend effect heeft gezorgd nu deze stelling gemotiveerd is betwist door Happy Italy c.s. en Bureau Bouwkunde geen nadere onderbouwing heeft gegeven, noch consequenties aan haar stelling heeft verbonden.
4.21.
Beoordeeld dient te worden welke prijs Bureau Bouwkunde in rekening kan brengen voor de werkzaamheden die zij heeft verricht met betrekking tot de projecten Almere en Breda, nu de prijs van € 40.000,00 was gebaseerd op bovengenoemde uitgangspunten, welke zich niet hebben voorgedaan. Het project Breda is immers uiteindelijk niet gerealiseerd.
Bij gebrek aan een nadere duiding van de afspraken tussen partijen gaat de rechtbank ervan uit dat het project Almere voor € 30.000,00 (exclusief btw) in de overeengekomen all-in prijs van € 40.000,00 is opgenomen en het project Breda voor € 10.000,00 (exclusief btw). Bij de vaststelling van deze bedragen heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Zoals hiervoor is overwogen, heeft Happy Italy c.s. onvoldoende gemotiveerd betwist dat sprake was van (een bepaalde mate van) overlap van werkzaamheden in de projecten Almere en Breda. Bureau Bouwkunde heeft in dit kader gemotiveerd gesteld dat een deel van de werkzaamheden voor het project Breda niet afzonderlijk hoefde te worden verricht, maar kon worden opgenomen in de werkzaamheden voor het project Almere, zoals bijvoorbeeld de werkzaamheden ter zake van de keukens die in beide projecten gelijk waren. Happy Italy c.s. heeft in dit kader ook onvoldoende gemotiveerd bestreden dat het project Almere het uitgangspunt was voor Bureau Bouwkunde en dat het project Breda daarbij kwam. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat het zwaartepunt van de werkzaamheden voor Bureau Bouwkunde bij het project Almere lag en dat de synergievoordelen ten gunste kwamen van het project Breda. De rechtbank gaat er daarnaast echter ook vanuit, zoals door Happy Italy c.s. gesteld en onvoldoende is betwist door Bureau Bouwkunde, dat het project Breda wel degelijk eigen activiteiten vereiste, naast die werkzaamheden die ook ten behoeve van het project Almere moesten worden verricht. Uit het bovenstaande volgt dat 75% van de overeengekomen all-in prijs ten laste komt van het project Almere en 25% ten laste van het project Breda.
4.22.
Vaststaat dat het project Almere is afgerond. Gelet op het onder 4.17, 4.18 en 4.21 overwogene was Bureau Bouwkunde gerechtigd om aan RMG en Happy Italy Almere tot € 30.000,00 (exclusief btw) in rekening te brengen, nog te vermeerderen met de onder 2.15 vermelde, overeengekomen nota voor meerwerk ten bedrage van € 1.149.50 (inclusief btw). In totaal komt dat, inclusief btw, neer op een bedrag van € 37.449,50 (€ 36.300,00 + € 1.149,50). Tussen partijen is niet in geschil dat daarvan, zoals gesteld door Happy Italy c.s., al een bedrag van € 12.647,75 (inclusief btw) is voldaan, waardoor overblijft een vordering van € 24.801,75 (inclusief btw).
4.23.
Het door Happy Italy Almere gedane beroep op verrekening kan niet slagen, nu, zoals geoordeeld onder 4.8, niet is voldaan aan het voor ontbinding vereiste criterium van verzuim. Van een rechtsgeldig beroep op verrekening kan dan ook geen sprake zijn.
4.24.
Happy Italy c.s. hebben nog gesteld dat Bureau Bouwkunde haar werkzaamheden met betrekking tot het project Almere niet juist heeft uitgevoerd. Nu Happy Italy c.s. daaraan geen rechtsgevolgen verbinden, zal de rechtbank aan deze stelling voorbij gaan.
4.25.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van € 30.824,75 jegens RMG en Happy Italy Almere gedeeltelijk, te weten voor een bedrag van € 24.801,75, hoofdelijk worden toegewezen. Nu door Bureau Bouwkunde onbestreden is gesteld dat de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW van toepassing is, nu partijen handelen uit hoofde van hun beroep en bedrijf en Happy Italy c.s. geen zelfstandig verweer hebben gevoerd tegen de gevorderde wettelijke handelsrente, zal deze worden toegewezen. Aangezien geen aansluiting kan worden gezocht bij de ingangsdata van de wettelijke handelsrente als genoemd in artikel 6:119a BW, zal de rente worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.
4.26.
Met betrekking tot het project Breda geldt het volgende. Het project Breda zou, gelet op het hiervoor in 4.21 overwogene, € 10.000,00 voor het volledige project aan opbrengsten hebben moeten opleveren voor Bureau Bouwkunde. Met betrekking tot het project Breda zijn facturen van in totaal € 5.944,13 verzonden. Tussen partijen is niet in geschil dat het project Breda vroegtijdig is stopgezet en dat door Bureau Bouwkunde slechts een aantal werkzaamheden zijn verricht, voornamelijk ter zake van het aanvragen van een vergunning. De rechtbank acht het redelijk om, gelet op de beperkte omvang van de werkzaamheden van Bureau Bouwkunde voor project Breda, een bedrag van 15% van het totale bedrag van € 10.000,00 als vergoeding te rekenen voor deze werkzaamheden. Dat betreft dus een bedrag van € 1.500,00 exclusief btw (€ 1.815,00 inclusief btw). Dat de door Bureau Bouwkunde uitgevoerde werkzaamheden meer waarde zouden vertegenwoordigen, is, gelet op de gemotiveerde betwisting van Happy Italy c.s., onvoldoende onderbouwd gesteld en ook niet gebleken. Daarbij wordt tevens in aanmerking genomen dat de urenspecificatie bij de facturen ontbreekt, terwijl Bureau Bouwkunde voldoende gelegenheid heeft gehad deze in het geding te brengen.
4.27.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van € 5.944,13 jegens RMG gedeeltelijk, voor een bedrag van € 1.815,00, worden toegewezen. Nu door Bureau Bouwkunde onbestreden is gesteld dat de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW van toepassing is, nu partijen handelen uit hoofde van hun beroep en bedrijf en Happy Italy c.s. geen zelfstandig verweer hebben gevoerd tegen de gevorderde wettelijke handelsrente, zal deze worden toegewezen. Aangezien geen aansluiting kan worden gezocht bij de ingangsdata van de wettelijke handelsrente als genoemd in artikel 6:119a BW, zal de rente worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.
4.28.
Ten aanzien van de toepasselijkheid van DNR 2011 voor de projecten Almere en Breda geldt volgende. Uit de onder 2.8 tot en met 2.13 vermelde e-mailberichten blijkt dat door [naam 2] akkoord is gegeven op de offerte van 30 april 2019 met betrekking tot de projecten Almere en Breda. [naam 1] schrijft immers dat alles uit de offerte van 30 april 2019 hetzelfde blijft, behalve de prijs, waarop [naam 2] , na ontvangst van de offerte van 6 mei 2019, waarin beide projecten waren opgenomen, zijn akkoord heeft gegeven. In die offerte, alsook in de offerte van 6 mei 2019, is verwezen naar de DNR 2011, waardoor [naam 2] dus ook akkoord heeft gegeven op de toepasselijkheid van de DNR 2011. Ten aanzien van het beroep op de vernietigbaarheid van de DNR 2011 wordt verwezen naar hetgeen is overwogen onder 4.10 tot en met 4.12.
4.29.
Op grond van het onder 4.10 tot en met 4.12 overwogene, zal ook de vordering tot betaling van een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsommen als genoemd onder 4.25 en 4.27, thans € 24.801,75 respectievelijk € 1.815,00. Aangezien geen aansluiting kan worden gezocht bij de ingangsdatum op basis van de facturen, zal deze opslag worden toegewezen vanaf de datum van dagvaarding.
Buitengerechtelijk incassokosten
4.30.
Bureau Bouwkunde vordert een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Deze zijn door Happy Italy c.s. gemotiveerd betwist. Bureau Bouwkunde heeft volgens hen een aantal standaard aanmaningen laten verzenden door DAS rechtsbijstand aan de verkeerde vennootschappen en de advocaat van Bureau Bouwkunde heeft geen werkzaamheden verricht die niet ook al in een eventuele kostenveroordeling
begrepen zitten, aldus Happy Italy c.s. Het had, gelet op deze betwisting, op de weg van Bureau Bouwkunde gelegen om de door haar gevorderde buitengerechtelijke incassokosten nader te onderbouwen en te concretiseren. Nu zij dit heeft nagelaten, kan de vordering niet worden toegewezen.
Proceskosten
4.31.
RMG, Happy Italy Lansingerland en Happy Italy Almere zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. Aangezien een deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van Bureau Bouwkunde op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding € 101,82
- griffierecht € 2.042,00
- salaris advocaat
€ 1.390,00(2 punten × tarief € 695,00)
Totaal € 3.533,82
4.32.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de in de beslissing vermelde termijn.
4.33.
RMG, Happy Italy Lansingerland en Happy Italy Almere zullen tevens worden veroordeeld in de nakosten en de daarover gevorderde wettelijke rente op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.34.
Nu het toewijsbare deel van de vordering zich niet mede tegen Happy Italy Breda richt, is Bureau Bouwkunde in zoverre aan te merken als de in het ongelijk gestelde partij. De proceskosten aan de zijde van Happy Italy Breda worden evenwel op nihil gesteld, nu zij naast RMG, Happy Italy Lansingerland en Happy Italy Almere geen afzonderlijke kosten heeft gemaakt.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Happy Italy Lansingerland tot betaling van € 5.142,50, inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf 17 oktober 2019 tot aan de dag van volledige betaling en te vermeerderen met een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsom, vanaf 17 november 2019 tot aan de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt RMG en Happy Italy Almere hoofdelijk tot betaling van € 24.801,75, inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling en te vermeerderen met een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsom, vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt RMG tot betaling van € 1.815,00, inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling en te vermeerderen met een bedrag van 3% per jaar over de nog openstaande hoofdsom, vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt RMG, Happy Italy Lansingerland en Happy Italy Almere hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Bureau Bouwkunde tot op heden vastgesteld op € 3.533,82, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt RMG, Happy Italy Lansingerland en Happy Italy Almere hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat RMG, Happy Italy Lansingerland en Happy Italy Almere niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde, waaronder de integrale vorderingen tegen Happy Italy Breda, af,
5.7.
veroordeelt Bureau Bouwkunde in de proceskosten aan de zijde van Happy Italy Breda, tot op heden begroot op nihil,
5.8.
verklaart dit vonnis, behoudens de hiervoor onder 5.6 bedoelde afwijzing, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Witkamp en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.F. Koekebakker, rolrechter, op 6 januari 2021.
3242/1977/2054