Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 30 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Woonplus Schiedam en twee gedaagden, die in persoon procederen. De eiseres, Woonplus, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van meer dan drie maanden. De gedaagden huurden een woning van Woonplus voor een huurprijs van € 577,35 per maand, maar hadden een achterstand opgebouwd van € 2.307,45 over de periode van oktober 2020 tot en met april 2021. Ondanks aanmaningen van Woonplus, hebben de gedaagden niet volledig aan hun betalingsverplichtingen voldaan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 oktober 2021 is er overeenstemming bereikt over een deel van de huurachterstand, die was verminderd tot € 2.274,77. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de wettelijke rente, evenals de proceskosten. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat hij geen bevoegdheid heeft om een betalingsregeling op te leggen, maar dat partijen hierover in overleg kunnen treden.
De uitspraak benadrukt de rechten van verhuurders bij huurachterstanden en de voorwaarden waaronder een huurovereenkomst kan worden ontbonden. De rechter heeft de vordering van Woonplus grotendeels toegewezen, wat de noodzaak van tijdige huurbetalingen onderstreept.