ECLI:NL:RBROT:2021:10460

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2021
Publicatiedatum
29 oktober 2021
Zaaknummer
8371377 \ CV EXPL 20-7586
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis na deskundigenbericht in civiele procedure over lekkages en uitvoeringsfouten

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 15 oktober 2021 een tussenvonnis gewezen in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J. van Zinnicq Bergmann. De procedure betreft een geschil over lekkages en de vraag of er uitvoeringsfouten zijn gemaakt door de gedaagde partij. De kantonrechter heeft eerder in het proces een deskundigenonderzoek gelast, waarvan het rapport op 20 juli 2021 is uitgebracht. De deskundige heeft geconstateerd dat er uitvoeringsfouten zijn gemaakt door de gedaagde, wat mogelijk de oorzaak is van de lekkages. De kantonrechter is voornemens een mondelinge behandeling te plannen om de deskundige te verzoeken om een nadere toelichting op het deskundigenrapport. Tijdens deze behandeling zal ook besproken worden welk onderzoek nodig is om de oorzaak van de lekkages vast te stellen en welke kosten daarmee gemoeid zijn. De kantonrechter heeft aangegeven dat de kosten van het deskundigenbericht al € 2.233,66 bedragen en dat het op de weg van de gedaagde ligt om het voorschot voor een eventueel nader onderzoek te storten. De partijen worden aangemoedigd om te overleggen over een minnelijke regeling om verdere kosten te vermijden. De zaak is verwezen naar de rolzitting om de verhinderdata van partijen te verzamelen en verdere stappen in de procedure te bepalen. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8371377 \ CV EXPL 20-7586
uitspraak: 15 oktober 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser bij exploot van dagvaarding van 27 februari 2020,
gemachtigde: D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V. te Amsterdam,
tegen
[gedaagde] ,
h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J. van Zinnicq Bergmann te ’s-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [eiser] ’ respectievelijk ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 27 november 2020 van de kantonrechter van deze rechtbank, met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de brief van 15 december 2020 van de zijde van [eiser] , met als bijlage een betaalbewijs van het voorschotbedrag;
  • het deskundigenbericht van 20 juli 2021 van [naam] ;
  • de brief van 2 september 2021 van de zijde van [eiser] ;
  • de acte na deskundigenbericht van de zijde van [gedaagde] .
1.2.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 2 oktober 2020 heeft de kantonrechter overwogen dat een deskundigenonderzoek noodzakelijk is. Bij tussenvonnis van 27 november 2020 is [naam] , senior schade-expert / Loss Adjuster bij [naam bureau], tot deskundige benoemd en zijn aan hem de in 3.1 van dat tussenvonnis vermelde vragen ter beantwoording voorgelegd.
2.2.
De deskundige heeft op 20 juli 2021 een deskundigenbericht uitgebracht ter beantwoording van de vragen. In antwoord op vraag 3 heeft de deskundige onder meer verklaard dat er volgens hem uitvoeringsfouten zijn gemaakt door [gedaagde] . In antwoord op vraag 4 (“Hoe verklaart u de lekkages in de schuur?”) heeft de deskundige verklaard dat er sprake kan zijn van een aantal oorzaken van de lekkages, waarbij met name de onder het antwoord op vraag 3 genoemde uitvoeringsfouten c, d en e aannemelijk zijn als oorzaak. Destructief onderzoek kan daar meer uitsluitsel over geven, aldus de deskundige.
2.3.
Bij deze stand van zaken kan de kantonrechter nu nog geen beslissing nemen. De kantonrechter is voornemens een mondelinge behandeling te plannen waarbij de deskundige zal worden verzocht om op de voet van artikel 194 lid 5 Rv een nadere mondelinge toelichting te geven. In elk geval zal besproken worden welk onderzoek nodig is om afdoende uitsluitsel te geven over de vraag wat de oorzaak is van de lekkages en welke kosten daarmee naar verwachting gemoeid zijn. Partijen kunnen zich tijdens de mondelinge behandeling ook uitlaten over de wenselijkheid van een nader onderzoek, bij welk onderzoek tevens de nadere opmerkingen van [gedaagde] in zijn akte na deskundigenbericht betrokken kunnen worden. De kantonrechter merkt op dat, mocht nader onderzoek nodig zijn, dit extra kosten zal meebrengen. De kosten van het eerste deskundigenbericht bedragen al € 2.233,66, terwijl de vordering relatief beperkt is. Ten aanzien van de vraag welke partij het voorschot dient te storten ter dekking van de kosten van de deskundige is de kantonrechter voorshands van oordeel dat het op de weg van [gedaagde] ligt om dat voorschot voor zijn rekening te nemen. Volgens het deskundigenbericht is het immers aannemelijk dat de door de deskundige geconstateerde uitvoeringsfouten de oorzaak zijn van de lekkages. Partijen kunnen zich tijdens de mondelinge behandeling ook over deze vraag uitlaten, waarna de kantonrechter, als een nader deskundigenbericht wordt gelast, zal beslissen welke partij het voorschot dient te dragen. Uiteraard zal in het eindvonnis worden beslist welke partij de kosten van het (de) deskundigenbericht(en) uiteindelijk voor zijn rekening dient te nemen.
2.4.
De kantonrechter kan zich voorstellen dat partijen op basis van hetgeen hiervoor is overwogen alsnog bij elkaar te rade gaan voor het treffen van een minnelijke regeling, ook al om te voorkomen dat er verdere kosten gemaakt moeten worden in deze procedure, meer in het bijzonder voor een nader deskundigenbericht. Daarbij is ook van belang dat volgens de deskundige de oorspronkelijke dakbedekking nog ca. 10 jaar had kunnen meegaan alvorens vervanging noodzakelijk zou zijn geweest, terwijl het dak na de door de deskundige voorgestelde oplossing nog ca. 25 jaar mee zou kunnen. Dit element zal ook meewegen bij de beslissing op de vordering van [eiser] . Als partijen er alsnog in slagen om over een minnelijke oplossing overeenstemming te bereiken dan wel indien zij behoefte hebben aan een langere aanhouding in verband met dat minnelijk overleg, kunnen zij dat schriftelijk laten weten op de hierna te noemen rolzitting.
2.5.
Partijen dienen derhalve voor het bepalen van de datum van de mondelinge behandeling hun verhinderdata op te geven en zich tevens uit te laten over de voortzetting van de procedure. Daartoe wordt de zaak verwezen naar de hierna te melden rolzitting.
2.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
donderdag 11 november 2021 te 15.30 uurom partijen de gelegenheid te bieden hun verhinderdata voor de dan komende drie maanden op te geven en zich uit te laten over de voortzetting van de procedure;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
[46009]