Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift met producties dat op 18 juni 2021 bij de griffie is binnengekomen;
- het faxbericht van mr. Kamerling van 14 juli 2021 met productie 15;
- het verweerschrift met producties dat op 6 september 2021 bij de griffie is binnengekomen;
- het faxbericht van mr. Van den Brekel van 6 september 2021 met de juiste productie 2;
- het faxbericht van mr. Kamerling van 13 september 2021 met productie 16;
- de pleitnota van [verzoekster 1] en [verzoekster 2] .
2..De feiten
16 april 2021 toestemming verleend om de arbeidsovereenkomsten met [verzoekster 1] en [verzoekster 2] op te zeggen. Bij brieven van 23 april 2021 heeft Blijdorp de arbeidsovereenkomst met [verzoekster 1] opgezegd per 1 augustus 2021 en met [verzoekster 2] per 1 juni 2021.
3..Het geschil
- bij de ontslagaanvraag missen allerlei stukken en Blijdorp heeft geen inzicht gegeven in alle steunmaatregelen die zij heeft ontvangen en nog gaan ontvangen. Afhankelijk van de hoogte en de toerekening van deze bedragen zullen de inkomsten in 2020 en/of 2021 hoger zijn/anders zijn dan verwacht en dit kan leiden tot een lager verlies en/of positief resultaat;
- de bezuiniging van € 3,75 miljoen is een bezuiniging op lange termijn en niet binnen de periode van 26 weken;
- het UWV acht het ten onrechte begrijpelijk dat Blijdorp meer bezuinigt dan noodzakelijk is om een toekomstige sluiting of nieuwe daling van bezoekersaantallen op te vangen en het is de vraag of Blijdorp in haar plannen terecht heeft meegenomen dat weer kan worden ingezet op Masterplan Blijdorp 2030. Bovendien heeft Blijdorp geen inzicht gegeven hoe deze doelen gerealiseerd zullen worden met de personeelsreductie;
- het is duurder om werknemers te ontslaan dan ze in dienst te houden, omdat Blijdorp eigenrisicodrager is;
- het werk van [verzoekster 1] en [verzoekster 2] is wel verminderd, maar niet zodanig dat dit ontslag met zich mee moet brengen en Blijdorp heeft een te negatieve verwachting geschetst van de omzetvermindering en de mogelijkheden om weer open te gaan in 2021;
- [verzoekster 1] en [verzoekster 2] houden zich niet alleen bezig met plannen maar ook met het bijhouden van het vakantie- en ziekteverlof;
- aanvankelijk waren er drie medewerkers van de planning. De derde collega is al ontslagen en met deze besparing is geen rekening gehouden;
- Blijdorp besteedt het werk van [verzoekster 1] en [verzoekster 2] voor een groot deel uit aan [naam bureau] , welke uitbesteding al in het begin van de coronacrisis is ingezet.
4..De beoordeling
€ 600.000,- aan vennootschapsbelasting terug te krijgen van de Belastingdienst, omdat zij de ANBI-status heeft gekregen. Zoals [verzoekster 1] en [verzoekster 2] aanvoeren, heeft dit gevolgen voor de bedrijfsresultaten van Blijdorp, maar naar het oordeel van de kantonrechter niet in die mate dat daardoor geen noodzaak meer zou bestaan tot het laten vervallen van arbeidsplaatsen, gelet op het volgende.