Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
10/206994-20
22 januari 2021
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, zich zal melden bij de reclassering, zal meewerken aan diagnostisch onderzoek en zich laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, aansluitend op zijn detentie zal verblijven in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, op geen enkele wijze contact zal hebben met [naam aangever 1] en [naam aangever 2] en zich niet zal bevinden in de gemeente Oud-Beijerland.
4..Waardering van het bewijs feiten 1, 2, 3 en 4
zijde aangever zouden omleggen als er niet gelijk € 1000,- zou worden overgemaakt en dat
zijanders zouden langs komen. Tot slot volgt uit de tapgesprekken van de volgende dag dat de verdachten voornemens waren om hun plan door te zetten door de aangever aan de ‘afspraak’ te houden om die avond wederom een geldbedrag te betalen.
s(in het gezicht) te slaan, en
sslaan (in het gezicht van) de [naam slachtoffer 2] , en
eneen ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam slachtoffer 1] te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid geld, dat geheel aan die [naam slachtoffer 1]
eneen ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [naam slachtoffer 2] te dwingen tot afgifte van € 500,00, dat geheel aan die [naam slachtoffer 2] toebehoorde, (in vereniging met zijn mededader)
oortgelijke aard en/of strekking en
5..Strafbaarheid feiten
1..en 2.
de eendaadse samenloop van:
3..en 4.
telkens poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij
9..Schadevergoedingsmaatregel
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.. Bijlagen
12.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 140,- (zegge: honderdveertig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 12 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 640,-(hoofdsom,
zegge: zeshonderdveertig euro), bestaande uit € 140
,-aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 640,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
12 (twaalf) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] te betalen
€ 500,-(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 (tien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.