Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- in de zaak met parketnummer 10/134668-21 bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- in de zaak met parketnummer 10/126365-21 bewezenverklaring van het ten laste gelegde schuldwitwassen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4..Waardering van het bewijs
hij op 22 mei 2021 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool, nl. een pistool van het merk Walther, model P22, kaliber 7.65 mm en munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten zeven (7), bij het vuurwapen behorende, kogelpatronen van het kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 22 mei 2021 te Rotterdam opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam slachtoffer 2] hoofdagent bij de Nationale Politie, Eenheid Rotterdam, gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: kankerhoer, althans woorden van gelijke beledigende aard of strekking.
heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen , terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp , geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk , afkomstig was uit enig misdrijf.
5..Strafbaarheid feiten
1. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
2. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
hij op of omstreeks 22 mei 2021 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool, nl een pistool van het merk Walther, model P22, kaliber 7.65 mm en/of munitie in de zin van artikel 1 onder 4º, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten zeven (7), bij het vuurwapen behorende, kogelpatronen van het kaliber 7.65 mm, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 22 mei 2021 te Rotterdam opzettelijk een ambtenaar,te weten [naam slachtoffer 2] hoofdagent bij de Nationale Politie, Eenheid Rotterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: kankerhoer, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
- de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op dit voorwerp c.q. deze voorwerpen is/zijn en/of dit voorwerp c.q. deze voorwerpen,
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dit voorwerp c.q. die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.