ECLI:NL:RBROT:2021:10431
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen faillietverklaring en beoordeling curator salaris in insolventieprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzet tegen een faillietverklaring. De verzoekster, B&S Transport B.V., had verzet aangetekend tegen het vonnis van 28 september 2021, waarbij zij in staat van faillissement was verklaard. De advocaat van verzoekster, mr. M.W. Huijzer, stelde dat er een betalingsregeling was getroffen met de aanvrager van het faillissement, waardoor verzoekster niet in de toestand verkeerde van te hebben opgehouden te betalen. De rechtbank ontving op 6 oktober 2021 het verzetschrift en op 26 oktober 2021 bevestigde de advocaat van de verweerder, mr. M. Oudriss, dat er instemming was met de vernietiging van het faillissementsvonnis.
De curator, mr. P.J.E.M. Nuiten, heeft zijn bevindingen aan de rechtbank voorgelegd en verklaarde dat er voldoende middelen waren om zijn salaris te voldoen. De rechtbank oordeelde dat het verzet tijdig was ingesteld en dat verzoekster ontvankelijk was in haar verzoek. De rechtbank vernietigde het vonnis van 28 september 2021 en stelde het salaris van de curator vast op € 6.850,06, evenals de verschotten op € 274,-. De rechtbank verwierp de bezwaren van verzoeker tegen de hoogte van het door de curator verzochte salaris, en oordeelde dat de werkzaamheden van de curator, ondanks de bezwaren, recht op honorering gaven.
De uitspraak werd gedaan door mr. M. Aukema, rechter, en in aanwezigheid van mr. T. Mulder, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.