Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
[naam eiser 3],
1..De zaak in het kort
2..De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 21;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 6;
- de akte van [eisers] met producties 22 tot en met 27;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 september 2021;
- de spreekaantekeningen van de advocaat van [eisers];
- de spreekaantekeningen van de advocaten van AIG.
3..De feiten
ARTIKEL 1 - Dekking
7 september 2020, waarin de bezwaren van de curator worden besproken en wordt uiteengezet dat en waarom [eisers] volgens henzelf geen onbehoorlijk bestuur kan worden verweten. Dat memo behandelt in zeven hoofdstukken de onderwerpen waarover de curator [eisers] een verwijt maakt. In hoofdstuk III,
Betalingen voor het harde werken / verhoging management fee,wordt het bezwaar behandeld van de curator tegen twee betalingen van in totaal € 242.000,-- en een betaling van € 60.500,-- inclusief BTW aan vennootschappen die aan [eisers] gelieerd zijn.
€ 302.500,- inclusief btw . De curator vulde aan dat hij additioneel nog een vergoeding voor de boedel wilde verkrijgen.
‘Betalingen voor het harde werken’,Hoofdstuk III van het onder 3.7 bedoelde memo buiten de dekking vallen, maar dat een schikking ook de voorkeur van AIG geniet, en dat het de vraag is of een dergelijke schikking onder de polis gedekt is, omdat de vordering ter zake van de ‘extra fees’ niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat dekking ontbreekt voor voordelen die (indirect) aan het vermogen van de bestuurders ten goede zijn gekomen. Met die kanttekening heeft AIG, zo vervolgt dit mailbericht, geen bezwaar tegen een schikking van maximaal € 300.000,--.
4..Het geschil
5..De beoordeling
‘voortvloeiend uit, gebaseerd op of toe te schrijven aan het feit dat een verzekerde persoonlijke winst of voordeel behaalde dan wel enige vergoeding ontving, waartoe deze wettelijk niet gerechtigd was’. Die vraag moet naar het oordeel van de rechtbank ontkennend worden beantwoord op grond van het navolgende.
voortvloeiend uit, gebaseerd op of toe te schrijven aan het feit dat een verzekerde persoonlijke winst of voordeel behaalde dan wel enige vergoeding ontving, waartoe deze wettelijk niet gerechtigd was’,maar een all-in afkoopsom ter beëindiging van alle uiteenlopende geschillen tussen de curator en [eisers]
€ 3.275,00 is geen afzonderlijk verweer gevoerd. De rechtbank zal de gevorderde vergoeding van deze kosten toewijzen.
4.804,00(2,0 punt × tarief € 2.402,00)