Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De beschuldiging in de tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 5 januari 2021 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, (telkens) die (op de grond liggende) [naam slachtoffer 1] op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 5 januari 2021 te Rotterdam aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken voorhoofdsbeen en/of een of meer gebroken oogkas(sen) en/of een gebroken neus en/of een gebroken kaak, heeft toegebracht;
Meer subsidiair
hij op of omstreeks 5 januari 2021 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen meermalen, althans eenmaal, (telkens) die (op de grond liggende) [naam slachtoffer 1] op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of gestompt en/of geslagen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op of omstreeks 5 januari 2021 te Rotterdam [naam slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, (telkens) in het gezicht, in ieder geval op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen.
hij op of omstreeks 10 januari 2021 te Rotterdam opzettelijk een ambtenaar,te weten een arrestantenverzorger van regiopolitie Eenheid Rotterdam, genaamd [naam slachtoffer 3] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die [naam slachtoffer 3] in het gezicht te spugen.
2..De beslissingen over het bewijs
hij op 5 januari 2021 te Rotterdam aan [naam slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken voorhoofdsbeen en een of meer gebroken oogkassen en een gebroken neus en een gebroken kaak, heeft toegebracht.
2.
hij op 5 januari 2021 te Rotterdam [naam slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [naam slachtoffer 2] eenmaal in het gezicht te slaan of te stompen.
hij op 10 januari 2021 te Rotterdam opzettelijk een ambtenaar te weten een arrestantenverzorger van regiopolitie Eenheid Rotterdam, genaamd [naam slachtoffer 3] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die [naam slachtoffer 3] in het gezicht te spugen.
3..De verboden gedragingen en de strafbaarheid
5..De vorderingen van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
€ 14.000,- aan immateriële schade.
6..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
€ 10.131,28 (zegge: tienduizend honderdeenendertig euro en achtentwintig eurocent), bestaande uit € 2.631,28 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 10.131,28 (zegge: tienduizend honderdeenendertig euro en achtentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
85 dagen;
€ 208,59 (zegge: tweehonderdacht euro en negenenvijftig eurocent), bestaande uit € 83,59 aan materiële schade en € 125,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 208,59 (zegge: tweehonderdacht euro en negenenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
4 dagen;
€ 150,- (zegge: honderdvijftig euro), bestaande uit € 150,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te
betalen € 150,- (zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
3 dagen;
€ 150,- (zegge: honderdvijftig euro),bestaande uit € 150,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 25 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 150,- (zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
3 dagen;