Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[persoon B] ,
[persoon C],
1..De procedure
- de dagvaarding van 28 december 2020, met productie 1,
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, met producties 1 tot en met 9,
- de incidentele conclusie van antwoord, met producties 2 tot en met 7,
- de incidentele conclusie van repliek, met producties 10 tot en met 14,
- de incidentele conclusie van dupliek.
2..De vorderingen in de hoofdzaak
3..Het geschil in het incident
4..De beoordeling in het incident
Internationale bevoegdheid
Indien in zaken die bij dagvaarding moeten worden ingeleid de Nederlandse rechter ten aanzien van een van de gedaagden rechtsmacht heeft, komt hem deze ook toe ten aanzien van in hetzelfde geding betrokken andere gedaagden, mits tussen de vorderingen tegen de onderscheiden gedaagden een zodanige samenhang bestaat, dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.De rechtbank is van oordeel dat een dergelijke samenhang tussen de vorderingen tegen [persoon B] c.s. bestaat, waardoor de Nederlandse rechter – internationaal – bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen in de hoofdzaak tegen alle drie de gedaagden.
5..De beslissing
24 november 2021voor conclusie van antwoord.