ECLI:NL:RBROT:2021:10254
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Erfrechtelijke geschil over zuivere aanvaarding van nalatenschap en vereffeningskosten
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een erfrechtelijk geschil tussen [persoon A] en [persoon B] over de zuivere aanvaarding van de nalatenschap van de overleden [naam erflater]. De kantonrechter heeft op 29 oktober 2021 uitspraak gedaan in het verzet tegen een eerder verstekvonnis van 4 mei 2021. De feiten van de zaak zijn als volgt: [naam erflater] overleed op 16 augustus 2016 zonder kinderen of testament. De rechtbank Zeeland-West-Brabant benoemde [persoon A] tot vereffenaar van de nalatenschap. In een eerdere beschikking werden de vereffeningskosten vastgesteld, waarvan een deel niet was voldaan. [persoon A] vorderde dat [persoon B] de nalatenschap zuiver had aanvaard en dat zij de openstaande vereffeningskosten moest betalen. [persoon B] voerde verzet aan tegen het verstekvonnis en betwistte de vordering van [persoon A]. De kantonrechter oordeelde dat [persoon B] door haar gedragingen, waaronder het overboeken van geld van de rekening van de erflater naar haar eigen rekening, de nalatenschap zuiver had aanvaard. Dit leidde tot de verplichting voor [persoon B] om de vereffeningskosten te voldoen. De kantonrechter bekrachtigde het verstekvonnis en veroordeelde [persoon B] in de proceskosten van de verzetprocedure. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.