Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- de heer E. Fransen en mevrouw M. Schefferlie, werkzaam bij Kredietbank Rottedam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 27 augustus 2021 een verzoek ingediend om een dwangakkoord te verkrijgen met haar schuldeiser, die weigerde in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. De rechtbank Rotterdam heeft op 15 oktober 2021 uitspraak gedaan in deze kwestie. Verzoekster had een schuldregeling aangeboden aan haar twaalf concurrente schuldeisers, waarbij zij 7,07% van haar totale schuldenlast van € 24.771,17 wilde afdragen. De meerderheid van de schuldeisers stemde in met deze regeling, maar één schuldeiser weigerde, wat leidde tot het verzoek om een dwangakkoord. Tijdens de zitting op 6 oktober 2021 was de schuldeiser die weigerde niet aanwezig, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van deze schuldeiser slechts 9,9% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt en dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd en getoetst was door een onafhankelijke partij, de Kredietbank Rotterdam. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster en de andere schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeiser. De rechtbank heeft het verzoek om de schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en de kosten van de procedure op nihil vastgesteld, aangezien verzoekster niet door een advocaat was bijgestaan. De rechtbank heeft ook het subsidiaire verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de gedwongen schuldregeling in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers.