In deze zaak vordert eiser, vertegenwoordigd door mr. G.J.C.R. Romet, van de besloten vennootschap Feest- en Partycentrum Spijkenisse B.V. de terugbetaling van een voorschot van € 3.000,00 dat hij heeft betaald voor de huur van een zaal voor zijn bruiloft op 27 februari 2021. Door de coronamaatregelen kon de bruiloft niet doorgaan, en eiser stelt dat Spijkenisse tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door de zaal niet ter beschikking te stellen. Eiser heeft de overeenkomst op grond van artikel 6:265 BW buitengerechtelijk ontbonden en vordert nu de terugbetaling van het voorschot, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Spijkenisse de zaal niet op de afgesproken datum kon leveren, en dat eiser recht heeft op terugbetaling van het voorschot op basis van artikel 9 van de overeenkomst. Spijkenisse heeft aangevoerd dat de aanbetaling niet teruggegeven hoeft te worden bij annulering, maar de kantonrechter oordeelt dat dit niet van toepassing is, aangezien het Spijkenisse was die de zaal niet beschikbaar kon stellen. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt Spijkenisse tot terugbetaling van het voorschot, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten. Tevens wordt Spijkenisse veroordeeld in de proceskosten van eiser.