ECLI:NL:RBROT:2021:10190
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot aanwijzing herstructureringsdeskundige in het kader van de WHOA
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 september 2021 een verzoek toegewezen tot het aanwijzen van een herstructureringsdeskundige in het kader van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). Verzoekster, een besloten vennootschap die zich bezighoudt met reparatie- en onderhoudswerkzaamheden voor de zee- en binnenvaart, heeft op 2 augustus 2021 een verklaring ter griffie gedeponeerd en een verzoekschrift ingediend om een herstructureringsdeskundige aan te wijzen. De rechtbank heeft het verzoek op 7 september 2021 in raadkamer behandeld, waarbij de verzoekster en haar vertegenwoordigers zijn gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster verkeert in een toestand waarin het aannemelijk is dat zij haar schulden niet kan betalen, mede door tegenvallende bedrijfsresultaten als gevolg van de coronapandemie. De rechtbank heeft geconstateerd dat verzoekster heeft gekozen voor de besloten akkoordprocedure en dat zij in Nederland is gevestigd, waardoor de rechtbank bevoegd is om het verzoek in behandeling te nemen.
De rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken en de toelichting ter zitting geoordeeld dat het verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige toewijsbaar is. De rechtbank heeft mr. M. Hoogendoorn aangewezen als herstructureringsdeskundige, omdat hij de benodigde competenties heeft en onafhankelijk is ten opzichte van verzoekster. De rechtbank heeft de herstructureringsdeskundige opgedragen om binnen twee weken een plan van aanpak en begroting van de kosten op te stellen. De kosten van de herstructureringsdeskundige komen ten laste van verzoekster, die hiervoor zekerheid moet stellen voor de aanvang van de werkzaamheden.