Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- mevrouw J. De Oliveira Pires, werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 23 augustus 2021 een verzoek ingediend om een schuldeiser, [naam schuldeiser], te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. Dit verzoek werd gedaan in het kader van de schuldsaneringsregeling, waarbij verzoeker zeven schuldeisers heeft, waarvan één preferente en zes concurrente. De totale schuldenlast bedraagt € 9.928,49. Verzoeker heeft een regeling aangeboden die voorziet in een betaling van 22,92% aan de preferente en 11,46% aan de concurrente schuldeisers. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 1 oktober 2021, waarbij [naam schuldeiser] niet ter zitting verscheen maar wel een verweerschrift indiende. In dit verweerschrift werd aangevoerd dat [naam schuldeiser] niet kan instemmen met de regeling omdat de vorderingen na 1 januari 2013 zijn ontstaan en verzoeker zijn inlichtingenplicht niet volledig is nagekomen.
De rechtbank heeft de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers afgewogen tegen die van [naam schuldeiser]. De rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling, die is goedgekeurd door zes van de zeven schuldeisers, het uiterste is wat verzoeker kan bieden. Bovendien zou de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling meer kosten met zich meebrengen en minder opleveren voor de schuldeisers. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van verzoeker toe te wijzen en [naam schuldeiser] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens is [naam schuldeiser] veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, aangezien verzoeker niet door een advocaat werd bijgestaan. Het vonnis is uitgesproken door mr. M. Aukema op 8 oktober 2021.