Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- mevrouw P. Dos Reis, werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening);
- mevrouw M. Assadian, werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: beschermingsbewind).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 17 augustus 2021 een verzoek ingediend om een schuldeiser, [naam schuldeiser], te bevelen in te stemmen met een door hem aangeboden schuldregeling. Dit verzoek werd gedaan in het kader van de schuldsaneringsregeling, waarbij verzoeker zeven schuldeisers heeft, waarvan drie preferente en vier concurrente. De totale schuldenlast bedraagt € 44.310,76. Verzoeker heeft een regeling aangeboden die voorziet in een betaling van 21,60% aan de preferente schuldeisers en 10,8% aan de concurrente schuldeisers. Zes van de zeven schuldeisers stemden in met deze regeling, maar [naam schuldeiser] weigerde in te stemmen met één van haar vorderingen van € 809,01, die 1,8% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt.
Tijdens de zitting op 1 oktober 2021 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. [naam schuldeiser] voerde aan dat zij niet kon meewerken aan de schuldregeling omdat de vorderingen na 1 januari 2013 zijn ontstaan en verzoeker zijn inlichtingenplicht niet volledig is nagekomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de belangen van verzoeker en de overige schuldeisers zwaarder wegen dan die van [naam schuldeiser]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd is en dat verzoeker niet in staat is om meer te bieden. De rechtbank heeft daarom besloten om [naam schuldeiser] te bevelen in te stemmen met de schuldregeling en heeft de kosten van de procedure aan [naam schuldeiser] opgelegd, begroot op nihil.
De rechtbank heeft ook bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en heeft het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Aukema op 8 oktober 2021.