ECLI:NL:RBROT:2021:10151

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 september 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/621909 / JE RK 21-1905
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van ouderschapsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 september 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 16 oktober 2021 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van negen maanden. De ouders van [naam kind], hierna te noemen de moeder en de vader, zijn betrokken bij een conflict dat hun communicatie en samenwerking belemmert, wat een negatieve impact heeft op de ontwikkeling van [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks enkele positieve ontwikkelingen, zoals een zorgregeling, de strijd tussen de ouders voortduurt en dat er geen overeenstemming kan worden bereikt over een ouderschapsplan. De moeder heeft geprobeerd om een traject van Solo Parallel Ouderschap op te zetten, maar heeft dit uiteindelijk stopgezet vanwege de kosten. De vader heeft ingestemd met de verlenging van de ondertoezichtstelling, omdat hij van mening is dat de betrokkenheid van de GI noodzakelijk is om de belangen van [naam kind] te waarborgen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders niet in staat zijn om zelfstandig de noodzakelijke hulpverlening in te zetten en dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd om de ontwikkeling van [naam kind] te beschermen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 16 juli 2022 en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/621909 / JE RK 21-1905
datum uitspraak: 30 september 2021

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2017 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 12 juli 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- het verweerschrift met bijlagen van de moeder van 21 september 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- aanvullende bijlagen van de moeder, ingekomen bij de griffie op 28 september 2021;
- de memo met bijlagen van de vader van 29 september 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 30 september 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. V.M. Weski,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. W.J.G. Schröder,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 1].

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 29 september 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 16 oktober 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van negen maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het is de ouders het afgelopen jaar nog niet gelukt om een definitief ouderschapsplan op te stellen en te ondertekenen. Meerdere pogingen hiertoe zijn tot op heden op niets uitgelopen. De GI was voornemens om de methodiek ‘Complexe Echtscheidingen’ in te zetten, maar de moeder was het hier niet mee eens. Ook met tussenkomst van de advocaten van de ouders is het niet gelukt. De meest recente poging betrof de inzet van Solo Parallel Ouderschap (hierna SPO). SPO is voorgesteld door de moeder. Vooraf was voor de moeder duidelijk dat de GI dit traject niet kon financieren, maar de moeder heeft aangegeven de kosten hiervan zelf te willen en kunnen dragen. Echter, na een aantal gesprekken met de begeleidster, tevens mediator, [naam 2], heeft de moeder aangegeven dat de kosten te hoog worden en om die reden het traject stopgezet. De GI acht het nog steeds van belang dat het traject SPO wordt afgerond. Gelet op het verleden valt het niet te verwachten dat het de ouders lukt er samen, zonder dwang, uit te komen. Daarbij wordt SPO in het vrijwillig kader niet gefinancierd door de gemeente Rotterdam.
Er zijn nog altijd zorgen over [naam kind]. Bij beide ouder is sprake van een veilig opvoedklimaat, maar [naam kind] zit wel klem in de strijd tussen de ouders. De ouders stonden ook op de wachtlijst bij Enver voor Specialistische Ambulante Hulp. Daarbij kunnen de ouders tips en tools aangereikt krijgen om te leren omgaan met een gescheiden opvoedsituatie. Toen de ouders aan de beurt waren, hebben zij allebei aangegeven geen hulpvraag te hebben. Enver is daarom niet gestart.
Een positieve ontwikkeling van het afgelopen jaar is dat er door de rechtbank een duidelijke omgangsregeling is vastgelegd. Dit heeft bij de ouders voor een deel rust gebracht.

De standpunten

Door en namens de moeder is verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De gronden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling zijn niet langer aanwezig. Met [naam kind] gaat het heel goed. Ook op school gaat het goed. De omgangregeling is inmiddels vastgelegd en die wordt ook nageleefd. Wat rest is het ouderschapsplan. Om hier handen en voeten aan te geven heeft de moeder SPO voorgesteld, met [naam 2] als begeleidster. Zij is tevens mediator. De GI is akkoord gegaan met dit traject. De moeder heeft van begin af aan gevraagd naar de kosten van het traject, maar kreeg geen duidelijk antwoord. Na een aantal gesprekken heeft de moeder een opgave van de tot dan gemaakte kosten gevraagd. De kosten bleken €1.700,- te zijn. Het traject zou nog zeker een aantal maanden gaan duren. De kosten zouden daarmee snel hoog oplopen. Dat is voor de moeder niet te betalen. De moeder was daarom genoodzaakt het traject te stoppen.
De moeder heeft van de GI begrepen dat de hulp vanuit Enver enkel opvoedondersteuning betrof. Daar heeft de moeder geen behoefte aan. Ter zitting blijkt dat de hulp veel meer is dan opvoedondersteuning. Enver biedt echter ook SPO aan. De gemeente heeft aangegeven dat, nu er een ondertoezichtstelling is, de GI als regievoerder hiervoor verantwoordelijk is en dat zij weten welke hulpverleningstrajecten worden vergoed. Daarnaast kan SPO ook in het vrijwillig kader worden ingezet, dit wordt via een PGB vergoed. Dit heeft voor de moeder de voorkeur. Een ondertoezichtstelling is dus niet nodig om de gewenste hulpverlening in te zetten en het ouderschapsplan af te ronden. Daarbij zorgt de ondertoezichtstelling voor extra onrust.
Door en namens de vader is ingestemd met het verzoek van de GI. Bij de moeder is een patroon zichtbaar waarbij zij dingen toezegt en meewerkt totdat het op de uitvoering aankomt, dan haakt zij af. Dit was bij de methodiek Complexe Echtscheiding het geval en nu ook weer bij SPO. De moeder doet voorkomen alsof de ouders onderling afspraken kunnen maken, maar dat is het niet het geval. Er was een beslissing van de rechtbank nodig om tot een zorgregeling te komen. De moeder stond vervolgens tegen de afspraken in toch op het schoolplein. Ook houdt zij de vader weg bij belangrijke ontwikkelingen van [naam kind]. De vader zou naar de zwemlessen en paardrijlessen mogen komen, maar de moeder weigert te vertellen waar en wanneer [naam kind] deze lessen volgt. De dwang van de GI en de rechtbank is nodig om de moeder te kunnen bewegen en tot afspraken te komen. Volgens de moeder is er een eindstadium bereikt. Voor de vader is dit allerminst het geval. De vader wil op termijn uitbreiding van de omgang en volwaardig co-ouderschap. Zolang de communicatie met de moeder niet loopt is de tussenkomst van de GI van groot belang. Ook hecht de vader veel waarde aan SPO en wil dat dit doorgang vindt. Het is belangrijk dat er een ouderschapsplan wordt ondertekend.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het de ouders de afgelopen periode nog altijd niet is gelukt de strijdbijl te begraven. Hoewel er het afgelopen jaar een aantal positieve ontwikkelingen heeft plaats gevonden, waaronder het vastleggen van een zorgregeling, en het goed gaat met [naam kind], is de kinderrechter van oordeel dat de ontwikkeling van [naam kind] nog steeds wordt bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging wordt veroorzaakt door de strijd tussen de ouders en het gebrek aan communicatie tussen hen. Hoewel het nu gelukkig goed lijkt te gaan met [naam kind], zijn de gevolgen van de strijd waar zij momenteel tussen zit op de lange termijn nog onduidelijk. Daarbij komt dat [naam kind] steeds ouder wordt en daardoor ook steeds beter begrijpt wat er om haar heen gaande is.
Het afgelopen jaar is op verschillende wijzen geprobeerd een ouderschapsplan op te stellen en te tekenen. De visies van de vader en de moeder over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van [naam kind] verschillen dusdanig van elkaar dat het hen niet lukt hierover overeenstemming te bereiken. De inzet van de methodiek Complexe Echtscheiding, viergesprekken met de advocaten en recent ook de inzet van Solo Parallel Ouderschap hebben geen van alle het gewenste resultaat gehad. De ouders voeren hier beide verschillende oorzaken voor aan en wijzen daarbij naar elkaar. Afgezien van de oorzaak is het enkele feit dat het de ouders op verschillende manieren niet lukt om tot overeenstemming te komen een zorgelijk punt. De ouders zullen namelijk de komende jaren, totdat [naam kind] 18 jaar is, nog vele belangrijke beslissingen gezamenlijk moeten nemen, maar zijn hier tot op heden niet toe in staat. De afspraken die inmiddels wel zijn gemaakt zijn met tussenkomst van de GI en de rechtbank tot stand gekomen.
Gelet op de verschillende pogingen die in het verleden in het vrijwillig kader tevergeefs gedaan zijn en het feit dat hierin nog geen enkele verbetering zichtbaar is, is de verwachting niet gerechtvaardigd dat de ouders in het vrijwillig kader in staat zijn de noodzakelijke hulpverlening in te zetten, ook daadwerkelijk te volgen en positief af te ronden, ook niet als dit door de gemeente of een derde wordt gefinancierd. De ouders blijven telkens hangen bij de eerste fase. Een verlenging van de ondertoezichtstelling acht de kinderrechter daarom noodzakelijk. De betrokkenheid van de GI is nodig om de belangen van [naam kind] veilig te stellen. De komende maanden zal alles op alles moeten worden gezet om de noodzakelijke hulpverlening in te zetten om de communicatie tussen de ouders te verbeteren en een definitief ouderschapsplan op te stellen. Een definitief ouderschapsplan zal, net als de vastgelegde zorgregeling, bij beide ouders een stuk rust brengen wat hen hopelijk in staat stelt om gezamenlijk verder naar de toekomst van [naam kind] te kijken. Gebleken is dat SPO al een start heeft gemaakt met het ouderschapsplan. De kinderrechter acht het daarom wenselijk dat hierop voortgeborduurd wordt, ofwel via [naam 2], ofwel via een andere passende hulpverlenende instantie of mediator. Daarnaast acht de kinderrechter het eveneens in het belang van [naam kind] dat de ouders het Specialistische Ambulante Hulp traject van Enver volgen waarbij de ouders leren met bepaalde situaties in het kader van een echtscheiding om te gaan. De GI is er als regievoerder verantwoordelijk voor om zorg te dragen voor de inzet van de noodzakelijke hulpverlening en de voortgang hiervan te volgen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van negen maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 16 juli 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2021 door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 oktober 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.