In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 september 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 16 oktober 2021 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van negen maanden. De ouders van [naam kind], hierna te noemen de moeder en de vader, zijn betrokken bij een conflict dat hun communicatie en samenwerking belemmert, wat een negatieve impact heeft op de ontwikkeling van [naam kind]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, ondanks enkele positieve ontwikkelingen, zoals een zorgregeling, de strijd tussen de ouders voortduurt en dat er geen overeenstemming kan worden bereikt over een ouderschapsplan. De moeder heeft geprobeerd om een traject van Solo Parallel Ouderschap op te zetten, maar heeft dit uiteindelijk stopgezet vanwege de kosten. De vader heeft ingestemd met de verlenging van de ondertoezichtstelling, omdat hij van mening is dat de betrokkenheid van de GI noodzakelijk is om de belangen van [naam kind] te waarborgen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders niet in staat zijn om zelfstandig de noodzakelijke hulpverlening in te zetten en dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd om de ontwikkeling van [naam kind] te beschermen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 16 juli 2022 en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.