Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 oktober 2020,
- de overgelegde producties.
2..De feiten
3..De vorderingen in conventie en reconventie
4..De beoordeling in conventie en reconventie
€ 129.600,=), het aan de man toekomende deel van de overwaarde (€ 70.200,=) niet inééns voldoen. De vrouw kon, gelet op hetgeen zij maximaal kan lenen, zo’n € 51.000,= inééns betalen, en heeft in februari 2020 aan de man voorgesteld om dat te doen, en het restant in vijf jaarlijkse termijnen te voldoen. Met dit voorstel is de man niet akkoord gegaan.
€ 129.600,= bedraagt maar alweer minder dan de € 120.000,= per september 2020, zodat de te verdelen overwaarde op basis van een nieuwe taxatie per heden, vrijwel zeker forser uit zal vallen dan de overwaarde van € 140.400,= waarvan de vrouw uitgaat.
rechtshandelingendie moeten worden verricht om tot verkoop en levering van de woning aan een derde te komen (zoals: opdracht aan de makelaar, tekenen verkoopovereenkomst en medewerking verlenen aan notariële levering). Een dwangsom is op dit onderdeel niet nodig.
feitelijkehandelingen die de vrouw moet verrichten om tot verkoop en levering van de woning te komen, zoals het opendoen van de deur als de makelaar met gegadigden op de stoep staat. De dwangsom zal worden beperkt en gematigd op na te melden wijze.
5..De beslissing
€ 20.000,=, welke dwangsom pas kan worden verbeurd nadat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden;