ECLI:NL:RBROT:2021:10149

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/626336 / JE RK 21-2605
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 oktober 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze machtiging, omdat [naam kind] verblijft in een gesloten groep van Bergse Bos en er ernstige zorgen zijn over zijn gedragsproblematiek, waaronder hechtingsproblematiek en autisme. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de veiligheid van [naam kind] en zijn omgeving in het geding is en dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om verdere escalaties te voorkomen.

De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen en verklaringen van betrokkenen. De moeder van [naam kind] heeft ingestemd met het verzoek, hoewel zij moeite heeft met het gedwongen karakter van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat, ondanks de inspanningen van de moeder om hulpverlening in te schakelen, de situatie onhoudbaar is geworden en dat de gesloten plaatsing bij Bergse Bos de enige optie is om de veiligheid te waarborgen.

De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, tot 30 december 2021. Tevens is opgemerkt dat er geen vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig was tijdens de zitting, wat de kinderrechter als zorgwekkend heeft ervaren. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de GI snel contact opneemt met de moeder en de uitvoering van de ondertoezichtstelling opstart.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/626336 / JE RK 21-2605
datum uitspraak: 11 oktober 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2013 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 30 september 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring d.d. 4 oktober 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 11 oktober 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die eerder op de dag bij Bergse Bos apart is gehoord, bijgestaan door mr. J.J. Boelaars,
- de moeder,
- twee vertegenwoordigsters van de Raad, [naam 1] en [naam 2].
Opgeroepen en niet verschenen is een vertegenwoordig(st)er van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan [naam 3], de zwager van de moeder (oom van [naam kind]).

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] verblijft op een gesloten groep van Bergse Bos.
Bij beschikking van 30 september 2021 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 30 december 2021. Bij deze beschikking heeft de kinderrechter tevens een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 30 september 2021 voor de duur van vier weken. Het verzoek is voor het overige aangehouden.

Het verzoek

De Raad heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Een gesloten plaatsing van [naam kind] is noodzakelijk om de veiligheid van [naam kind] en zijn directe omgeving te waarborgen. [naam kind] zal eerst moeten stabiliseren. Vervolgens zal zo snel mogelijk behandeling ingezet moeten worden. De komende tijd is nodig om onder andere uit te zoeken welke behandeling aansluit bij de problematiek van [naam kind]. Het is jammer dat de GI nog geen contact heeft opgenomen met de moeder en ook niet aanwezig is ter zitting.

Het standpunt van belanghebbenden

Namens [naam kind] is ingestemd met het verzoek. [naam kind] heeft de wens om zo snel mogelijk weer thuis bij de moeder te wonen, maar de problematiek en zorgen maken dat dit momenteel niet mogelijk is. De komende tijd zal moeten worden uitgezocht of Bergse Bos de meest geschikte plek is voor [naam kind] en welke behandeling er nodig is. Aangezien er geen vertegenwoordig(st)er van de GI aanwezig is verzoekt mr. Boelaars de volgende zitting op kortere termijn te plannen dan vlak voor de afloop van de voorlopige ondertoezichtstelling.
De moeder is het eens met het verzoek. Hoewel de moeder moeite heeft met het gedwongen karakter van de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp ziet zij in dat Bergse Bos momenteel de beste optie is om de veiligheid van [naam kind], haarzelf en haar jongste zoon te waarborgen. De moeder heeft in het (recente) verleden allerlei vormen van hulpverlening ingezet en heeft haar uiterste best gedaan om [naam kind] thuis te kunnen houden, maar het gedrag van [naam kind] is inmiddels onhoudbaar. De moeder heeft PuntAutisme en Geweldloos Verzet ingezet. Daarnaast is er een supportgroep gevormd en zijn er veiligheidsafspraken gemaakt, maar de mogelijkheden om [naam kind] thuis te houden, ondanks alle intensieve hulpverlening, waren uitgeput. De moeder hoopt dat [naam kind] langdurig op een geschikte plek kan blijven, bij voorkeur een plek die gespecialiseerd is in autisme. De moeder zou het liefste zien dat [naam kind] in het vrijwillig kader op een gesloten groep kan verblijven, zodat de moeder de regie behoudt.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] op 30 september 2021 gesloten is geplaatst bij Bergse Bos vanwege forse gedragsproblematiek. [naam kind] kampt al langdurig met hechtingsproblematiek en autisme. [naam kind] vertoont verbaal en fysiek agressief gedrag. In de thuissituatie bij de moeder leidt dit regelmatig tot escalaties waarbij [naam kind] gefixeerd moet worden, maar ook op straat kan [naam kind] anderen aanvallen. Hoewel de moeder de afgelopen jaren verschillende vormen van intensieve hulpverlening heeft ingezet, is het onvoldoende gelukt om de problematiek van [naam kind] te verminderen. Het gedrag van [naam kind] is inmiddels onhoudbaar. Ook het netwerk van de moeder is niet langer in staat de moeder dusdanig te ondersteunen dat de thuissituatie voor het gezin veilig is. Ook het volgen van onderwijs, zowel klassikaal als via één-op-één begeleiding is vanwege zorgen over de veiligheid van de betrokkenen (klasgenoten, docenten en begeleiders) niet meer mogelijk gebleken. Een acute gesloten plaatsing is noodzakelijk om de veiligheid van [naam kind] en zijn omgeving te kunnen waarborgen. Bergse Bos is momenteel de enige plek die [naam kind] voldoende kaders en structuur biedt zonder de mogelijkheid om weg te lopen. Zodra [naam kind] bij Bergse Bos voldoende gestabiliseerd is, is het van belang dat op korte termijn duidelijkheid komt over de concrete problematiek van [naam kind], welke behandeling hiervoor nodig is en welke verblijfplek daarbij het meest aansluit. Gedurende de periode van de voorlopige ondertoezichtstelling zal hier onderzoek naar gedaan moeten worden. Daarbij zullen tevens de mogelijkheden van het vrijwillig kader onderzocht moeten worden, nu is gebleken dat de moeder in staat lijkt te zijn onder eigen verantwoordelijkheid de noodzakelijke hulpverlening in te schakelen. Totdat over genoemde zaken duidelijkheid is, is het in het belang van [naam kind] dat hij bij Bergse Bos blijft.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten 30 december 2021.
De kinderrechter merkt nog het volgende op. Ter zitting was er geen vertegenwoordig(st)er van de GI aanwezig. Ook is gebleken dat er door de GI nog geen contact is gezocht met de moeder. Uit telefonisch contact van de kinderrechter met het secretariaat van de GI is gebleken dat er wel reeds een jeugdbeschermer aan de zaak is gekoppeld, namelijk [naam 4]. Het is in het belang van [naam kind] dat zij zo snel mogelijk start met de uitvoering van de voorlopige ondertoezichtstelling.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 11 oktober 2021 voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 30 december 2021 betreffende de minderjarige [naam kind].
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2021 door mr. M.P. van der Stroom, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 oktober 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.