Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de vrijwillige verschijning van partijen;
- de conclusie van eis, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de mondelinge behandeling gehouden op 5 oktober 2021;
- de pleitnota van SIVOR.
2..De feiten
4.5.(...)
De vraag of er zich andere bijzondere omstandigheden voordoen om de ontslagbescherming opzij te zetten, moet ontkennend worden beantwoord. Weliswaar zijn er door Praktijkmensen wel degelijk verschillende concrete kritiekpunten met betrekking tot de rol van [naam verweerder] als teamleider geformuleerd, maar deze zijn tegen de hiervoor geschetste achtergrond van onvoldoende gewicht. [naam verweerder] heeft de conclusies en aanbevelingen bovendien op diverse onderdelen gemotiveerd weersproken, dan wel heeft een andere lezing van de feiten gegeven. Daarbij is van belang dat [naam verweerder] als gevolg van haar ziekte meer dan een jaar niet aanwezig is geweest bij het Avicenna College, zij daarmee geen leiding en sturing heeft kunnen geven aan het zorgteam en zij vanaf het moment van haar terugkeer in september 2020 tot haar schorsing feitelijk slechts drie maanden heeft gewerkt.
Nu het verzoek tot ontbinding wordt afgewezen is de voorwaarde waaronder het tegenverzoek is ingediend vervuld. Het verzoek om [naam verweerder] toe te laten tot haar werkzaamheden zal worden toegewezen. [naam verweerder] heeft recht op en belang bij hervatting van haar werkzaamheden en SIVOR dient haar daartoe in de gelegenheid te stellen. Aan die veroordeling zal een dwangsom worden verbonden, met dien verstande dat deze zal worden gematigd en gemaximeerd op de wijze als in het dictum vermeld en eerst zal ingaan veertien dagen na betekening van deze beschikking. SIVOR wordt daarmee in de gelegenheid gesteld aan de veroordeling te voldoen en [naam verweerder] om daaraan gevolg te geven.”
3..Het geschil
1.016,00