Uitspraak
aRECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verstekvonnis van 18 juli 2001;
- het exploot van dagvaarding in verzet van 10 juni 2020;
- de conclusie van antwoord in oppositie, met drie producties;
- de conclusie van repliek in oppositie, met productie;
- de rolbeslissing van de kantonrechter van 23 oktober 2020, waarin is bepaald dat Metterwoon nog mag reageren op de bij conclusie van repliek in oppositie overgelegde productie;
- de akte uitlaten productie van Metterwoon.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
Stb.2001,580). Blijkens het overgangsrecht (artikel VII lid 2 van voormelde wet van 6 december 2001) geldt voor de mogelijkheid van en de termijn voor het aanwenden van rechtsmiddelen tegen beslissingen van vóór de inwerkingtreding van de wet het oude recht.
NJ1994/755). Nu niet anderszins gesteld of gebleken is dat [gedaagde] op een eerdere datum dan 9 juni 2020, de datum waarop zij naar eigen zeggen met haar gemachtigde telefonisch contact heeft gehad over het verstekvonnis, in voldoende mate bekend is geworden met de inhoud van het verstekvonnis, is het verzet tijdig ingesteld.