ECLI:NL:RBROT:2021:10090

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2021
Publicatiedatum
15 oktober 2021
Zaaknummer
10/960408-16, RK 18/1860 10/960118-16, RK 18/1862 10/960096-16, RK 18/1863 10/960105-16, RK 18/1864 10/960142-16, RK 18/1865
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing inzake verzoeken tot beëindiging strafzaak ex artikel 29f Sv met betrekking tot IS-verdachten in Syrië

Op 11 oktober 2021 heeft de meervoudige raadkamer voor strafzaken van de Rechtbank Rotterdam een tussenbeslissing genomen in de zaken van vijf verzoeksters die betrokken zijn bij een strafzaak met betrekking tot IS-verdachten in Syrië. De verzoeksters hebben op 15 juni 2018 verzoekschriften ingediend op basis van artikel 36 (oud), thans 29f, van het Wetboek van Strafvordering. Tijdens de zitting waren de verzoeksters niet aanwezig, maar hun raadsman en raadsvrouw waren wel vertegenwoordigd. De rechtbank heeft besloten het onderzoek in de raadkamer te schorsen voor een periode van maximaal drie maanden voor verzoekster 5, met de verwachting dat zij binnen deze termijn naar Nederland zal zijn gerepatrieerd of dat er een concrete toezegging is gedaan voor repatriëring. Voor de andere vier verzoeksters is het onderzoek voor maximaal zes maanden geschorst, met een soortgelijke verwachting omtrent hun repatriëring. De rechtbank heeft overwogen of deze beslissingen zouden kunnen leiden tot ongelijke behandeling van de verzoeksters, maar concludeerde dat de standpunten van de raadslieden voldoende aanknopingspunten bieden om een onderscheid in termijn te maken. De rechtbank verwacht dat het kabinet zal zorgdragen voor de repatriëring van de verzoeksters ten behoeve van de strafvervolging. Het proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummers en raadkamernummers: 10/960408-16, RK 18/1860 ([naam verzoekster 1])
10/960118-16, RK 18/1862 ([naam verzoekster 2])
10/960096-16, RK 18/1863 ([naam verzoekster 5])
10/960105-16, RK 18/1864 ([naam verzoekster 3])
10/960142-16, RK 18/1865 ([naam verzoekster 4])
Proces-verbaalvan de meervoudige raadkamer voor strafzaken van de rechtbank Rotterdam op 11 oktober 2021.
Tegenwoordig als:
voorzitter mr. J.L.M. Boek,
rechters mrs. J.J. Bade en M.R.J. Schönfeld,
officier van justitie mr. C.D. Kardol,
griffier mr. A.K. van Zanten.
De zaken worden met gesloten deuren behandeld.
(…)
Aan de orde is de voortgezette behandeling van de op 15 juni 2018 ter griffie van deze
rechtbank ingediende verzoekschriften op de voet van artikel 36 (oud), thans 29f, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[naam verzoekster 1],

geboren te [geboorteplaats verzoekster 1] op [geboortedatum verzoekster 1],

[naam verzoekster 2],

geboren te [geboorteplaats verzoekster 2] op [geboortedatum verzoekster 2],

[naam verzoekster 3],

geboren te [geboorteplaats verzoekster 3] op [geboortedatum verzoekster 3],

[naam verzoekster 4],

geboren te [geboorteplaats verzoekster 4] op [geboortedatum verzoekster 4],
allen voor deze zaak domicilie kiezende te [adres 1], op het kantoor van hun raadsman mr. A.M. Seebregts,
en

[naam verzoekster 5],

geboren te [geboorteplaats verzoekster 5] op [geboortedatum verzoekster 5],
voor deze zaak domicilie kiezende te [adres 2], op het kantoor van haar raadsvrouw mr. E. Kolokatsi.
De verzoeksters zijn in raadkamer niet verschenen.
(…)

De voorzitter deelt (…) mee dat de rechtbank als volgt heeft beslist.

Ten aanzien van het verzoek van [naam verzoekster 5]:
- De rechtbank
schorst het onderzoek in de raadkamer voor ten hoogste 3 (drie) maanden;
- De rechtbank verwacht over drie maanden dat de verzoekster [naam verzoekster 5] naar Nederland is gerepatrieerd danwel dat een concrete toezegging is gedaan dat wordt gestreefd naar repatriëring.
- De rechtbank draagt de officier van justitie op hiervan verslag te doen.
(…)
Ten aanzien van de verzoeken [naam verzoekster 1], [naam verzoekster 2], [naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4]:
- De rechtbank
schorst het onderzoek in de raadkamer voor ten hoogste 6 (zes) maanden;
- De rechtbank verwacht over zes maanden dat de verzoeksters [naam verzoekster 1], [naam verzoekster 2], [naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4] naar Nederland zijn gerepatrieerd danwel dat een concrete toezegging is gedaan dat wordt gestreefd naar repatriëring.
- De rechtbank draagt de officier van justitie op hiervan verslag te doen.
(…)

De voorzitter deelt over deze beslissingen mede:

De rechtbank heeft hierbij overwogen of deze beslissingen zouden kunnen leiden tot ongelijke behandeling van enerzijds de zaak van [naam verzoekster 5] en anderzijds de zaken van [naam verzoekster 1], [naam verzoekster 2], [naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4]. De standpunten van de raadslieden bieden voldoende aanknopingspunten om dit onderscheid in de termijn te maken. De rechtbank gaat er ook vanuit dat het kabinet ervoor zal zorgdragen dat de verzoeksters naar Nederland zullen worden gerepatrieerd ten behoeve van de strafvervolging.
Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.