In deze zaak vorderden eisers, [eiser 1] en [eiser 2], betaling van schadevergoeding van gedaagde, [gedaagde], wegens tekortkomingen in de uitvoering van een overeenkomst van aanneming van werk. De overeenkomst betrof werkzaamheden aan de riolering in de woning van eisers, die op 22 oktober 2020 door gedaagde en zijn medewerker werden uitgevoerd. Na de werkzaamheden ontdekten eisers een lekkage en constateerden zij dat de werkzaamheden niet conform de afspraak waren uitgevoerd. Gedaagde werd in gebreke gesteld, maar reageerde niet op de verzoeken om de gebreken te herstellen. Eisers schakelden vervolgens een ander bedrijf in om de schade te herstellen, wat leidde tot extra kosten. Gedaagde voerde verweer en stelde dat er een afwijkende afspraak was gemaakt over de werkzaamheden vanwege de ontdekking van asbest. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd voor deze stelling en dat hij toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De vordering van eisers werd toegewezen, inclusief schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten.