Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde feit;
- bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 09/237158-18;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 15/013640-19.
4..Waardering van het bewijs
5..Vordering tenuitvoerlegging
6..Bijlage
7..Beslissing
hij op of omstreeks 20 oktober 2020 te Rotterdam, op/aan de openbare weg, te weten het [plaats delict] , althans op/aan een openbare weg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, ter hand te nemen en/of dat vuurwapen (vervolgens) door te laden en/of dat vuurwapen op voornoemde [naam slachtoffer] te richten en/of (daarbij) te roepen: "Uitstappen nu";
2
hij op of omstreeks 20 oktober 2020 te Rotterdam en/of te Den Haag, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk SM, type 110 met kaliber 6.35 mm, voorhanden heeft gehad en/of (voor dat vuurwapen geschikte) munitie in de zin van art. 1 onder 4 van Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III te weten, 4 kogelpatronen, kaliber 6.35 mm, voorhanden heeft gehad.