ECLI:NL:RBROT:2020:9990

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juli 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
C/10/600609 / FA RK 20-5316
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met neurocognitieve stoornissen

Op 27 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een stofwisselingsziekte die invloed heeft op het functioneren van de hersenen, wat leidt tot verstoord gedrag en ernstige psychische en lichamelijke risico's. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan neurocognitieve stoornissen en dat zijn gedrag ernstig nadeel kan veroorzaken, zowel voor hemzelf als voor anderen. Eerder heeft betrokkene in een forensische setting verbleven, maar na verbetering werd hij overgeplaatst naar een reguliere kliniek. Helaas bleek de medicatie niet effectief, wat leidde tot ontremd en dreigend gedrag.

De rechtbank heeft in de beoordeling geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg vrijwillig te accepteren. De psychiater heeft verklaard dat betrokkene structuur nodig heeft om terugval te voorkomen en dat de huidige setting niet geschikt is voor hem. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd en de gevraagde zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft ook de specifieke vormen van verplichte zorg vastgesteld die noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Siemons en is op 31 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/600609 / FA RK 20-5316
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 27 juli 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes GGZ, locatie Albrandswaardsedijk te Poortugaal,
advocaat mr. W.L. Catsman te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 17 juli 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 8 juli 2020;
  • het zorgplan van 3 maart 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 juli 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , psychiater, en
  • [naam 3] , arts, beiden verbonden aan Antes GGZ.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten neurocognitieve stoornissen.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade alsmede de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Bij betrokkene is sprake van een stofwisselingsziekte, die van invloed is op het functioneren van de hersenen. Bij betrokkene is merkbaar dat zijn geheugen, sociaal gedrag en seksueel gedrag gestoord is. Eerder verbleef betrokkene (na een zedendelict) binnen een forensische setting waar hij een medicamenteuze behandeling onderging. Vanwege verbetering in het gedrag werd hij overgeplaatst naar een reguliere kliniek. Daar bleek echter dat de aangeboden medicatie toch onvoldoende werking had. Zo bleef betrokkene ontremd en dreigend gedrag vertonen naar medepatiënten, personeel en ook naar zijn echtgenote. De afgelopen drie jaar is betrokkene onafgebroken opgenomen geweest. Betrokkene overziet zijn gedrag slechts in beperkte mate en hij kan niet meer terug naar huis.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en om de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Volgens de arts heeft betrokkene structuur nodig om terugval te voorkomen. De huidige setting is op de lange termijn geen passende plek voor betrokkene. Gedacht wordt aan een verpleeghuis, maar dat is eerder geprobeerd en (nog) niet gelukt. De psychiater verklaart ter zitting dat er voor betrokkene een dagprogramma van minuut tot minuut is opgesteld met constant toezicht om problemen te voorkomen. Betrokkene wil graag terug naar zijn gezin maar dat zou volgens de psychiater direct forse problemen opleveren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, het toedienen van vocht, het toedienen van voeding, het verrichten van medische controles en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 januari 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 27 juli 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Siemons, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier en op 31 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.