Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het impliciet primair (poging tot moord) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het impliciet subsidiair (poging tot doodslag) ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/160577-18.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Motivering straf
7..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
8..Vordering tenuitvoerlegging
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
1 (één) jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
[naam slachtoffer] (geboren op [geboortedatum slachtoffer] te [geboorteplaats slachtoffer] , [geboorteland slachtoffer] ), gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering aangewezen vindt;
€2.491,76 (zegge:tweeduizendvierhonderdeenennegentig euro en zesenzeventig eurocent), bestaande uit € 991,76 aan materiële schade en € 1.500,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 december 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.491,76 (zegge: tweeduizendvierhonderdeenennegentig euro en zesenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 december 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij uitblijven van betaling kan gijzeling worden toegepast tot maximaal 34 dagen. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 4 februari 2019 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van
1 (één) maand.