6.5.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1,2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. hij op 09 april 2020 te Rotterdam om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk, bereiden, bewerken, verwerken, van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en heroïne, zijnde cocaïne en heroïne telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen
- 17.399,1 gram paracetamol en
- 16.811,6 gram van een mengsel van paracetamol en cafeïne en
- 509,5 gram mannitol en
- 15,1 gram fenacetine en
- 419,4 gram cafeïne en
- 373,6 gram boorzuur en
- 394,8 gram lidocaïne en
- meerdere teilen, meerdere deegrollers, vergieten, folie, handschoenen, een sealapparaat, meerdere mondmaskers, een pers met bijbehorende attributen, gardes, een weegschaal en zeefjes voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
2. hij op 09 april 2020 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad 480,6 gram van een materiaal bevattende heroïne en 14,2 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
3. hij op 09 april 2020 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 19 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet in de vorm van een pistool van het merk Kimar, type Colt 1911, kaliber 9mm browning (9mm kort), en munitie in de zin van artikel 1 onder 49 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de categorie III, te weten 4 kogelpatronen, merk S&B, kaliber 9mm br. (9mm kort) voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.