2.2.Partijen hebben afspraken over de samenwerking vastgelegd in een door hen ondertekende akte van vennootschap onder firma van 22 mei 2017 (hierna: de vennootschapsovereenkomst). De vennootschapsovereenkomst luidt, voor zover relevant, als volgt:
“
Artikel 3. Tijdsduur
De vennootschap is ingegaan per 1 april 2017 en is door partijen aangegaan voor onbepaalde tijd.
Ieder van de vennoten heeft het recht de vennootschap door opzegging te beëindigen. Dit dient te geschieden bij aangetekende brief of bij deurwaardersexploot aan de andere vennoten, met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Niet anders dan per 1 juli of per 31 december.
3. De vennoten zijn overigens (slechts) gezamenlijk bevoegd. De medewerking van alle vennoten is derhalve vereist, tot het nemen van in ieder geval, maar niet uitsluitend, de navolgende besluiten:
(…)
c. het aangaan van geldleningen en kredietovereenkomsten ten laste van de vennootschap, (…);
(…)
e. (…), het voeren van rechtsgedingen (…);
f. het aannemen en ontslaan van personeel, (…);
(...)
i. het ondernemen van zaken die buiten het doel van de vennootschap vallen;
(…)
5. De vennoten zullen de verdeling van de werkzaamheden en de interne organisatie in onderling overleg regelen indien zij dit wenselijk achten. Zij verbinden zich jegens elkaar om geen handelingen te verrichten waarvoor de medewerking van de andere vennoot is vereist en waartegen één van hen zich uitdrukkelijk heeft verzet.
6. De vennoot die in strijd handelt met het bepaalde in dit artikel verbeurt voor elke overtreding, zonder dat sommatie of ingebrekestelling vereist is, aan de andere vennoten een zonder rechterlijke tussenkomst een onmiddellijk opeisbare boete van € 10.000, vermeerderd met € 500 voor elke dag dat zulke overtreding voortduurt, zulks onverminderd de overige rechten van de andere vennoten, waaronder doch niet beperkt tot het recht op vergoeding van schade die het uitgekeerde boetebedrag mocht overtreffen.
(…)
Artikel 10. Winstverdeling
1. Het jaarlijkse resultaat van de vennootschap onder firma wordt verdeeld, steeds met inachtneming van de navolgende aandelen in het resultaat, in onderstaande volgorde, en indien en voor zover het resultaat dit toelaat.
A. Iedere vennoot ontvangt met ingang van de fulltime start van de werkzaamheden voor de vennootschap (in overleg door de vennoten vast te stellen) jaarlijks als aandeel in het resultaat een vergoeding voor de door hem ten behoeve van het bedrijf verrichte arbeid waarvan de grootte door de vennoten in onderling overleg wordt bepaald, op basis van onderstaande uitgangspunten:
(…)
iii. aan vennoot 3 [ [naam eiser] , toevoeging rechtbank] wordt een arbeidsvergoeding toegekend ten
bedrage van € 3.000 per maand op basis van een 40-urige arbeidsinbreng per week.
B. Iedere vennoot ontvangt of draagt jaarlijks als aandeel in het resultaat 4% rente over zijn aandeel in het kapitaal van de vennootschap per het begin van het boekjaar. Over een eventueel debetsaldo vergoeden vennoten een gelijke rente.
C. Hetgeen na de hiervoor vermelde vergoedingen resteert wordt jaarlijks als volgt verdeeld:
(…)
- vennoot 3 ontvangt of draagt 33,33%.
D. De overdrachts- of stakingswinst of -verliezen worden als volgt verdeeld:
De inbrenger die stille reserves heeft voorbehouden op de door hem ingebrachte zaken en vermogensrechten, ontvangt deze reserves voor zover de winst op die zaken en rechten, behaald bij overdracht of staking, dit toelaat.
Hetgeen als positief of negatief saldo resteert wordt als volgt verdeeld:
(…)
- vennoot 3 ontvangt of draagt 33,33%.
E. Het aandeel van iedere vennoot in het resultaat wordt geboekt ten gunste respectievelijk ten laste van zijn kapitaal.
(…)
Artikel 13. Einde van de vennootschap
1. De vennootschap eindigt ingeval van:
(…)
b. opzegging door een vennoot als omschreven in artikel 3;
(…)
e. indien één der vennoten zijn recht op onmiddellijke ontbinding van de vennootschap inroept vanwege het feit dat de andere vennoten één of meer van de bepalingen van deze overeenkomst overtreedt, niet nakomt of niet behoorlijk nakomt;
(…)
2. Bij het eindigen van de vennootschap is iedere vennoot in het vermogen van de vennootschap gerechtigd tot – of is aan de vennootschap verschuldigd – het saldo van zijn kapitaalrekening, vermeerderd c.q. verminderd met zijn aandeel in de winst of het verlies, gemaakt of geleden in het laatste boekjaar blijkens de ten tijde van het eindigen van de vennootschap op te maken balans en de winst- en verliesrekening. Het bepaalde in artikel 11 is van overeenkomstige toepassing.
3. De slotbalans en de winst- en verliesrekening, waaruit de aandelen van de vennoten kunnen worden afgeleid, worden opgemaakt met inachtneming van de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. Wanneer hierover binnen twee maanden geen consensus bestaat tussen de vennoten, zal een onafhankelijk deskundige worden ingeschakeld, wiens oordeel definitief en bindend is.
Artikel 14. Voortzetting, overname en verblijven
Indien de vennootschap eindigt bestaat een recht tot voortzetting van het bedrijf van de vennootschap en wel:
(…)
b. in het geval als bedoeld in artikel 13 lid 1 sub b voor de niet-opzeggende vennoot / vennoten;
(…)
e. in het geval als bedoeld in artikel 13 lid 1 sub e voor de vennoot / vennoten die met recht de ontbinding heeft ingeroepen.
Aan de vennoten als bedoeld in lid 1 van dit artikel komt het recht toe om de onderneming van de vennootschap voort te zetten, mits de wens tot gebruikmaking van dit recht binnen drie maanden na het einde van de vennootschap per aangetekende brief of deurwaardersexploot kenbaar is gemaakt aan de andere gewezen vennoten.
Het recht van voortzetting houdt in om de activiteiten van de vennootschap onder dezelfde naam voort te zetten, onder de verplichting (en tevens een recht) alle tot het vennootschapsvermogen behorende vermogensbestanddelen over te nemen dan wel te laten doedelen en de schulden voor zijn c.q. hun rekening te nemen alsmede aan de uittredende vennoot in geld uit te keren de waarde van diens aandeel in dit vermogen, een en ander conform het bepaalde in artikel 15.
(…)
Artikel 15. Financiële gevolgen bij voortzetting
Indien de voortzettende vennoot van zijn in artikel 14 (Voortzetting, overname en verblijven) genoemde voortzettingsrecht gebruik maakt, verbindt hij zich om het creditsaldo van de kapitaalrekening van de gewezen vennoot, haar aandeel in de winst respectievelijk het verlies alsmede haar aandeel in de waarde van de vennootschap, rekening houdend met de door voortzettende vennoot overgenomen verplichtingen, uit te betalen aan de gewezen vennoot dan wel aan diens rechtverkrijgende(n).
Om het door de voortzettende vennoot verschuldigde bedrag te bepalen, wordt een slotbalans opgemaakt volgens de bepalingen van artikel 13 lid 3. Inzake betaling geldt het volgende: Het ingelegde geldbedrag genoemd in artikel 4 lid 1, is – indien het ingevolge lid 1 te betalen bedrag niet lager is – door de voortzetter(s) steeds direct bij voortzetting aan de gewezen vennoot te betalen, tenzij de voortzettende vennoot/vennoten dit geld niet vrij kunnen maken, zo nodig uit hun kapitaal in de vennootschap onder firma. Wanneer hierover geen consensus bestaat zal de deskundige zoals bedoeld in artikel 13 lid 3 worden ingeschakeld. Deze zal bindend vaststellen of de betaling van als hiervoor uiteengezet mogelijk is. Voor het overige geldt: Uitbetaling aan de uittredende vennoot vindt plaats binnen een termijn van 3 tot 5 jaar, tenzij de vennoten – met inbegrip van de uittredende vennoot – in consensus zijn dat de winst van de vennootschap dit niet toelaat, bij gebreke daarvan zal de deskundige zoals genoemd in artikel 13 lid 3 worden ingeschakeld. In geval de winst het uitkeren in 3 tot 5 jaar niet toelaat, moet de aflossing ten minste plaats vinden binnen 10 jaar. Jaarlijks zal derhalve ten minste 1/10e van de hoofdsom moeten worden afgelost.
(…)
Op de in lid 2 genoemde slotbalans, die slechts dient als afrekeningbasis, zullen de activa, waaronder de goodwill en de passiva van de vennootschap worden gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer.
De waardebepalingen, noodzakelijk ter vaststelling van de omvang van het aandeel van de gewezen vennoot zullen geschieden door de accountant van de vennootschap, (…).
Zolang het in lid 1 bedoelde kapitaal niet is afgelost, zullen de voortzettende vennoten over het nog niet afgeloste deel een rente vergoeden. Deze rente zal worden berekend naar een percentage per jaar, dat gelijk is aan de wettelijke rente. De rente wordt betaald gelijk met de aflossingen genoemd in lid 2.
Het in lid 1 bedoelde kapitaal of het restant daarvan en de daarover verschuldigde rente zullen, tenzij hierover geen consensus bestaat in welk geval de deskundige zoals genoemd in artikel 13 lid 3 zal worden ingeschakeld, terstond opeisbaar zijn in 36 maandelijkse termijnen, (…)
(…)
Indien de kapitaalrekening van de uittredende vennoot bij beëindiging van de vennootschap een debetsaldo aangeeft, dient dit saldo binnen twee maanden na beëindiging van de vennootschap door de betrokken vennoot te worden aangezuiverd, een en ander met berekening van de in lid 5 bedoelde rente vanaf de dag van de beëindiging tot die der algehele voldoening.
(…)” (vet in origineel)