In deze zaak vordert eiseres, een rechtsbijstandsverlener, betaling van een bedrag van € 2.415,23 van gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor rechtsbijstand die eiseres aan gedaagde heeft verleend in het kader van een echtscheidingsprocedure. Eiseres stelt dat partijen een uurtarief van € 225,00 zijn overeengekomen, met een voorschot van € 1.561,50. Gedaagde betwist dit en stelt dat er een mondelinge afspraak is gemaakt over een vast bedrag voor de gehele procedure, dat inmiddels volledig is voldaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst is gesloten, maar dat onduidelijkheid bestaat over de prijsafspraak. De rechter heeft de zaak verwezen naar een mondelinge behandeling om de standpunten van partijen verder te verhelderen en om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een schikking. De mondelinge behandeling is gepland voor 26 oktober 2020. In de tussentijd moeten partijen alle relevante stukken tijdig indienen en aanwezig zijn of vertegenwoordigd worden tijdens de behandeling.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling en dat partijen hun verhinderdata moeten opgeven voor de komende twee maanden. Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en is openbaar uitgesproken.