In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 18 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser 1] c.s. en [gedaagde] over de ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning. [gedaagde] huurde een woning van [eiser 1] c.s. en had een huurachterstand opgebouwd van € 9.260,39. De eisers vorderden ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van de achterstallige huur en bijkomende kosten. De procedure begon met een dagvaarding op 18 juni 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 24 augustus 2020. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] in verzuim was met de huurbetalingen en dat er geen acceptabele betalingsvoorstellen waren gedaan om de achterstand in te lopen. De rechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst ontbonden moest worden en dat [gedaagde] binnen 14 dagen na betekening van het vonnis het gehuurde diende te ontruimen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.