ECLI:NL:RBROT:2020:9762

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2020
Publicatiedatum
31 oktober 2020
Zaaknummer
8746282 CV EXPL 20-31332
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vaststellingsovereenkomst tussen Hornbach Bouwmarkt (Nederland) B.V. en gedaagde

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 30 oktober 2020, vorderde Hornbach Bouwmarkt (Nederland) B.V. van de gedaagde, die in persoon procedeerde, betaling van een bedrag van € 5.619,71, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering was gebaseerd op koopovereenkomsten die partijen eerder hadden gesloten. Tijdens de procedure hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin werd afgesproken dat de gedaagde een totaalbedrag van € 6.034,03 zou betalen in vijf maandelijkse termijnen van € 1.000,00 en een laatste termijn van € 1.034,03. De eerste betaling diende voor 1 september 2020 te worden voldaan.

De kantonrechter heeft de vaststellingsovereenkomst in zijn vonnis bevestigd en de gedaagde veroordeeld tot betaling van het afgesproken bedrag. Tevens werd bepaald dat bij niet-nakoming van de betalingsverplichtingen het totaalbedrag onmiddellijk opeisbaar zou zijn, met wettelijke rente vanaf het moment van verzuim. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis is uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8746282 / CV EXPL 20-31332
uitspraak: 30 oktober 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Hornbach Bouwmarkt (Nederland) B.V.,
gevestigd te Driebergen-Rijsenburg, gemeente Utrechtse Heuvelrug,
eiseres,
gemachtigde: Nouta Gerechtsdeurwaarderskantoor B.V.,
tegen
[gedaagde] ,
voorheen h.o.d.n. [naam bouwbedrijf] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde,
die procedeert in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Hornbach’ en ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 28 juli 2020, met producties;
- de faxbrief van 10 september 2020 van de gemachtigde van Hornbach met als bijlage de door beide partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..Het geschil

2.1
Hornbach vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Hornbach van € 5.619,71, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 4.999,91 vanaf 23 juli 2020 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
Hornbach heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] op basis van koopovereenkomsten die partijen met elkaar hebben gesloten gehouden is de op hem rustende betalingsverplichtingen na te komen.

3..De beoordeling

3.1
Partijen hebben in onderling overleg een regeling getroffen, die zij hebben vastgelegd in de hiervoor bedoelde en door of namens elk van hen ondertekende vaststellingsovereenkomst.
Deze vaststellingsovereenkomst luidt als volgt:
1. [gedaagde] betaalt aan Hornbach een bedrag van € 6.034,03 (terzake hoofdsom, rente en kosten). Dit bedrag zal worden voldaan in vijf (5) opeenvolgende maandelijkse termijnen van € 1.000,00 en een laatste termijn van € 1.034,03 waarbij de eerste betaling zal worden gedaan voor 1 september 2020, en vervolgens voor iedere eerste van de volgende maand.
2. Betaling zal plaatsvinden op rekeningnummer NL50RABO0368149269 ten name van Nouta Gerechtsdeurwaarderskantoor B.V. onder vermelding van dossiernummer [nummer dossier] .
3. Bij niet of niet behoorlijke nakoming van deze regeling is het dan nog openstaande bedrag onmiddellijk en ineens opeisbaar en zal wederom de wettelijke rente worden berekend.
4. Partijen verklaren dat, nadat voormelde betaling heeft plaatsgevonden, zij over en weer niets meer van elkaar te vorderen zullen hebben ter zake van de in het geding zijnde kwestie en zij verlenen elkaar reeds nu voor alsdan ter zake van deze kwestie over en weer finale kwijting.
5. Partijen dragen voor het overige ieder hun eigen (proces)kosten.
6. Partijen verzoeken doorhaling van de zaak per heden.
3.2
De kantonrechter ziet geen aanleiding om dit verzoek niet in te willigen en zal een vonnis wijzen in de lijn met de tussen partijen gesloten regeling. Gelet op de datum van uitspraak van het vonnis zal worden bepaald dat [gedaagde] op 1 november 2020 inmiddels drie termijnen van € 1.000,00 elk zal hebben voldaan.
3.3
Omdat vonnis wordt gewezen kan van doorhaling van de procedure geen sprake zijn.
3.4
Gelet op de getroffen regeling zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4..De beslissing

De kantonrechter
:
veroordeelt [gedaagde] om aan Hornbach te betalen een bedrag van € 6.034,03 aan hoofdsom, rente en kosten;
staat [gedaagde] toe om dit totaalbedrag te betalen in vijf opeenvolgende maandelijkse termijnen van € 1.000,00 en een laatste termijn van € 1.034,03, waarbij op 1 november 2020 drie termijnen van € 1.000,00 elk voldaan dienen te zijn en de resterende maandtermijnen vervolgens vanaf 1 december 2020 steeds vòòr iedere eerste van de maand;
en bovendien, maar alléén voor het geval [gedaagde] deze betalingsverplichtingen niet behoorlijk nakomt:
bepaalt dat het ingevolge dit vonnis nog verschuldigde bedrag geheel en ineens opeisbaar is en [gedaagde] wettelijke rente verschuldigd is vanaf het moment dat hij in verzuim is;
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416