Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 5 februari 2020;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie;
- de akte in conventie, met incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening, tevens conclusie van antwoord in reconventie;
- de antwoordconclusie in het incident, tevens voorwaardelijke incidentele vordering ex artikel 223 Rv;
- de antwoordakte in verband met de door gedaagde opgeworpen voorwaardelijke incidentele vordering.
2..Het geschil in de hoofdzaak
3..Het geschil in de incidenten
Op de eerste plaats stelt de vrouw dat de rechtbank niet bevoegd is omdat in de samenlevingsovereenkomst is overeengekomen dat in geval die wordt ontbonden, ieder van partijen het recht heeft zich tot de kantonrechter te wenden met het verzoek uit te spreken dat hij of zij met uitsluiting van de andere partij nog zes maanden mag blijven wonen in de laatstelijk door beiden bewoonde woning.
4. De beoordeling in de incidenten
5..De beslissing
4 november 2020voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
december 2020tot en met
maart 2021, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,