4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 6 februari 2018 tot en met 7 februari 2018 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,en in Duitsland
tezamen en in vereniging met
een ander
1. één) persoon met de Albanese nationaliteit,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door, en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie,
te weten het Verenigd Koninkrijken die bovengenoemde persoon daartoe gelegenheid
enmiddelen hebben verschaft
terwijl hij, verdachte en zijn mededader ernstige redenen hadden te vermoeden dat die toegang of die doorreis endat verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader,
- bovengenoemde persoon vervoerd van Duitsland naar Hoek van Holland (Nederland), en
- een ticket aangeschaft voor de ferry (Stena Line) naar
het Verenigd Koninkrijk,
en (aldus) het verblijf in en/of de toegang tot en/of het transport en de doorreis door Duitsland en/of Nederland en/of het Verenigd Koninkrijk van die bovengenoemde persoon gefaciliteerd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.