In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. De verdachte heeft een persoon met de Iraakse nationaliteit in de kofferbak van een auto vervoerd naar Hoek van Holland, met de bedoeling om deze persoon door te laten reizen naar het Verenigd Koninkrijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte dit heeft gedaan uit winstbejag. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte schuldig werd verklaard en een gevangenisstraf van vier maanden opgelegd zou worden, met aftrek van voorarrest.
De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen is. De verdachte heeft, samen met anderen, de mensensmokkel gepleegd door de betrokken persoon te helpen bij het verkrijgen van toegang tot Nederland en het Verenigd Koninkrijk, terwijl hij wist dat dit wederrechtelijk was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar heeft geoordeeld dat de opgelegde straf passend is gezien de ernst van de feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank beslist dat de in beslag genomen mobiele telefoons van het merk Samsung aan de verdachte worden teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de oudste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.