1..De beschuldiging in de tenlastelegging
1.
hij, op een of meer tijdstippen in de periode van 2 april 2009 tot en met 1 november 2013,
in Eindhoven en/of Leerdam en/of Leidschendam en/of [plaats] en/of Nieuwegein en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met [naam bouwbedrijf] en/of een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) aan iemand die anders dan als ambtenaar, namelijk aan [naam medeverdachte] werkzaam als manager Vastgoed en Techniek in dienstbetrekking bij [naam ziekenhuis] naar aanleiding van hetgeen [naam medeverdachte] in zijn betrekking of optredend als lasthebber heeft gedaan of nagelaten dan wel zou doen of nalaten, giften en/of beloften, te weten:
a. een verbouwing van de woning aan de [adres] te [plaats] , bestaande uit:
- arbeid en materialen ten behoeve van de ruwbouw van deze verbouwing (p. 677 en p. 716), en/of
- arbeid en materialen ten behoeve van de afbouw en stoffering van deze verbouwing (p. 685 en p. 716), en/of
- arbeid en materialen ten behoeve van een keuken (p. 716), en/of
zakjes contant geld ter waarde van in totaal euro € 7.900 (p. 783), althans enig geldbedrag, en/of
etentjes (p. 775) ter waarde van euro 4.869,40 althans enig geldbedrag, en/of
twee telefoons (een iPhone 4S (DOC-013) en/of een telefoon van het merk HTC (DOC-014), en/of
kaartjes voor Feyenoord - FC Utrecht (DOC-012), en/of
een iPad met toebehoren (DOC-010), en/of
teambuildingactiviteit (DOC-011),
heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs moesten aannemen dat die [naam medeverdachte] deze giften en/of beloften in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever of lastgever;
2.
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2009 tot en met 22 juni 2009, in Eindhoven en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
een offerte van [naam bouwbedrijf] gedateerd 2 april 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte] ( DOC-042 ), en/of
een factuur van [naam bouwbedrijf] gedateerd 18 mei 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte] ( DOC-043 ), en/of
een offerte van [naam bouwbedrijf] gedateerd 2 april 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte] ( DOC-052 ), en/of
een factuur van [naam bouwbedrijf] gedateerd 22 juni 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte] ( DOC-053 ),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft/hebben vervalst en/of
doen (laten) opmaken en/of doen (laten) vervalsen, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s), (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid, werkzaamheden en/of bedragen op deze facturen en offerte(s) opgevoerd en/of (doen) laten opvoeren die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij, op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 maart 2009 tot en met 20 maart 2013, in Eindhoven en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt en/of doen maken van (een) vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en), te weten:
a. een factuur van [naam aannemersbedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] , regio zuid met
betrekking tot [naam project 1] , d.d. 5 juni 2009 ( DOC-377 ), en/of
een factuur van [naam aannemersbedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] , regio zuid met
betrekking tot [naam project 2] d.d. 16 april 2009 ( DOC-381 ), en/of
een factuur van [naam aannemersbedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] , regio zuid met betrekking tot [naam project 3] , d.d. 16 juli 2009 (DOC-407), en/of
een factuur van [naam bedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] d.d. 27 maart 2009 ( DOC-067 ), en/of
een factuur van [naam bedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] d.d. 30 maart 2009 ( DOC-068 ),
als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, (elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande de valshe(i)d(en) en/of vervalsing(en) hierin dat de datum(s) van deze facturen geantedateerd was/waren en/of valselijk en in strijd met de waarheid geleverde goederen en/of diensten op deze facturen staan, terwijl deze in werkelijkheid niet zijn geleverd, bestaande dat (doen) gebruikmaken telkens hierin dat verdachte en/of zijn mededader(s) deze facturen betaalbaar heeft (doen) stellen/gesteld.
Bewezenverklaring
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard. De rechtbank vindt bewezen dat:
1.
hij in de periode van 2 april 2009 tot en met 26 november 2012 in Nederland, tezamen en in vereniging met [naam bouwbedrijf] en/of anderen, aan iemand die anders dan als ambtenaar, namelijk aan [naam medeverdachte] werkzaam als manager Vastgoed en Techniek in dienstbetrekking bij [naam ziekenhuis] , naar aanleiding van hetgeen [naam medeverdachte] in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zou doen of nalaten, giften te weten:
a. een verbouwing van de woning aan de [adres] te [plaats] , bestaande uit:
- arbeid en materialen ten behoeve van de ruwbouw van deze verbouwing en
- arbeid en materialen ten behoeve van de afbouw en stoffering van deze verbouwing en
- arbeid en materialen ten behoeve van een keuken en
zakjes contant geld ter waarde van in totaal euro € 7.900 en
etentjes en
twee telefoons (een iPhone 4S en een telefoon van het merk HTC) en
kaartjes voor Feyenoord - FC Utrecht en
een iPad met toebehoren en
teambuildingactiviteit
heeft gedaan van die aard en/of onder zodanige omstandigheden dat hij, verdachte, en zijn mededaders redelijkerwijs moesten aannemen dat die [naam medeverdachte] deze giften in strijd met de goede trouw zou verzwijgen tegenover zijn werkgever;
2.
hij in de periode van 30 maart 2009 tot en met 22 juni 2009 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
een offerte van [naam bouwbedrijf] gedateerd 2 april 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte] en
een factuur van [naam bouwbedrijf] gedateerd 18 mei 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte] en
een offerte van [naam bouwbedrijf] gedateerd 2
8april 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte] en
een factuur van [naam bouwbedrijf] gedateerd 22 juni 2009 gericht aan de heer [naam medeverdachte]
zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of doen (laten) opmaken immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s), valselijk en in strijd met de waarheid, werkzaamheden en/of bedragen op deze facturen en offertes opgevoerd en/of (doen) laten opvoeren die niet overeenkomen met de werkelijkheid, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij, in de periode van 27 maart 2009 tot en met 26 november 2012 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt en/of doen maken van valse geschriften, te weten:
a. een factuur van [naam aannemersbedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] , regio zuid met
betrekking tot [naam project 1] , d.d. 5 juni 2009 en
een factuur van [naam aannemersbedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] , regio zuid met
betrekking tot [naam project 2] d.d. 16 april 2009 en
een factuur van [naam aannemersbedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] , regio zuid met betrekking tot [naam project 3] , d.d. 16 juli 2009 en
een factuur van [naam bedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] d.d. 27 maart 2009 en
een factuur van [naam bedrijf] gericht aan [naam bouwbedrijf] d.d. 30 maart 2009
als ware die geschriften echt en onvervalst, zijnde geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande de valsheden hierin dat valselijk en in strijd met de waarheid geleverde goederen en/of diensten op deze facturen staan, terwijl deze in werkelijkheid niet zijn geleverd, bestaande dat (doen) gebruikmaken telkens hierin dat verdachte en/of zijn mededaders deze facturen betaalbaar heeft (doen) stellen/gesteld.
Opgave van bewijsmiddelen
De rechtbank heeft een opgave gemaakt van de bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden staan. Met deze opgave wordt volstaan omdat de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en geen vrijspraakverweer is gevoerd.
1. De bekennende verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 1 oktober 2020.
4. De verboden gedragingen en de strafbaarheid
Kwalificatie
De bewezen feiten leveren op:
Feit 1:
medeplegen van het, aan iemand die, anders dan als ambtenaar, werkzaam is in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift doen van die aard of onder zodanige omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze de gift in strijd met de goede trouw zal verzwijgen tegenover zijn werkgever, meermalen gepleegd;
Feit 2:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
Feit 3:
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is strafbaar.