Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 24 januari 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
2..De vaststaande feiten
5 Met betrekking tot de opstartkosten van de opdracht door de opdrachtgever zijn partijen het
volgende overeengekomen: € 595,-- inclusief B.T.W. Bij beëindiging van de opdracht zullen
alleen de nog niet gefactureerde extra afgenomen diensten/producten in rekening worden
gebracht.
Artikel 6: Einde van de opdracht1 De opdracht eindigt door: […]
b) intrekking van de opdracht door de consument. […]
- in geval van bemiddeling door de makelaar - de beoogde overeenkomst tussen de betreffende
genomen, worden ingetrokken. De consument is ter zake van een intrekking nimmer
schadeplichtig.
De makelaar heeft terzake wel recht op vergoeding van de reeds gemaakte kosten zoals bedoeld
in artikel 17 en, indien en voor zo ver bij het verstrekken van de opdracht overeengekomen, op
een percentage van het loon. Het intrekken van een opdracht dient bij voorkeur schriftelijk of
telefonisch te geschieden. […]
overeenkomsten tot stand te brengen, onderhandelingen te voeren, gebruik te maken van
soortgelijke diensten van anderen en/of activiteiten te ontplooien, die de makelaar bij het
de identificatie van de opdrachtgever) welke deze heeft in het kader van de WWFT.
consument geen courtage verschuldigd indien er een overeenkomst met betrekking tot een
onroerende zaak tot stand komt, tenzij:
betrekking tot de onroerende zaak het gevolg is van dienstverlening van de makelaar aan de consument tijdens de looptijd van de opdracht. […]
die de makelaar ten behoeve van de consument maakt. Ten aanzien van het maken van deze
kosten en de omvang ervan dient de makelaar tevoren met de consument overleg te plegen en
afspraken daaromtrent schriftelijk of telefonisch vast te leggen. Een en ander geldt eveneens als
de opdracht wordt opgeschort of eindigt door intrekking of anderszins.
2 De consument is ter zake van een intrekking nimmer schadeplichtig. De makelaar heeft terzake
voor zo ver bij het verstrekken van de opdracht overeengekomen, op een percentage van het loon.
Naar aanleiding van uw email en het telefoongesprek met mijn collega [naam 3] bevestigen wij hierbij de beëindiging van de verkoopopdracht. […]
Wat betreft eventuele openstaande kosten zag ik dat alleen het presentatiepakket (video, 360 graden foto’s en plattegronden plaatsing op Funda) van Funda verlengd is na 1 jaar.
Deze kosten (€ 150,-) zullen wij verder niet in rekening brengen. […]
3..De vordering, de grondslag en het verweer
Omdat betaling van courtage uitbleef heeft [eiseres] de vordering ter incasso uit handen gegeven aan haar gemachtigde, die diverse incassowerkzaamheden heeft verricht. Op grond van algemene voorwaarden dan wel op grond van artikel 6:96 BW is [gedaagde] gehouden de buitengerechtelijke kosten te voldoen.
4..De beoordeling van het geschil
31 maart 2019 is geëindigd. In artikel 14.3 van de NVM-voorwaarden is bepaald dat [gedaagde] , ook indien er een overeenkomst met betrekking tot een onroerende zaak tot stand komt, vanaf het moment van beëindiging van de bemiddelingsopdracht geen courtage verschuldigd is, tenzij de consument heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel
13 van de voorwaarden of indien de makelaar genoegzaam bewijs levert dat de totstandkoming van de overeenkomst met betrekking tot de onroerende zaak het gevolg is van dienstverlening van de makelaar aan de consument tijdens de looptijd van de opdracht.
de NVM-voorwaarden is daarmee niet gebleken. De kantonrechter ziet geen aanleiding om [eiseres] die geen concreet bewijsaanbod heeft gedaan, tot het leveren van bewijs op dit punt toe te laten.
Niet gebleken is dat [eiseres] daarnaast of daarna nog nadere inspanningen heeft verricht richting [naam 1] , die de conclusie kunnen dragen dat de koopovereenkomst tot stand is gekomen als gevolg van de dienstverlening van [eiseres] . Weliswaar is op 8 april 2019 alsnog een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen [gedaagde] en [naam 1] , maar nu niet gesteld of gebleken is dat in de tussenliggende periode van ruim 9 maanden na 26 juni 2018 sprake is geweest van enig contact tussen [eiseres] en [naam 1] , is onvoldoende verband tussen de totstandkoming van de koopovereenkomst en de door [eiseres] verrichte werkzaamheden. De kantonrechter ziet geen aanleiding [eiseres] op dit punt nog toe te laten tot het leveren van nader bewijs.
5..De beslissing
- € 720,- aan salaris voor de gemachtigde;
- te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;