ECLI:NL:RBROT:2020:9560

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
26 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/600699 / FA RK 20-5362
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die eerder op 16 april 2020 een zorgmachtiging had gekregen, waarbij verplichte zorgmaatregelen waren vastgesteld. Na een periode van opname op een open afdeling, waar de betrokkene een toename van achterdocht en agressie vertoonde, werd besloten om de betrokkene terug te plaatsen naar een gesloten afdeling. Ondanks een hogere dosis medicatie was er geen verbetering in het toestandsbeeld, waardoor de rechtbank oordeelde dat voortzetting van de opname op een gesloten afdeling noodzakelijk was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging voldoet aan de criteria van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en heeft het verzoek van de officier van justitie toegewezen. De gewijzigde zorgmachtiging geldt tot en met 16 oktober 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/600699 / FA RK 20-5362
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 22 juli 2020 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie de Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. T.S. Kessel te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 20 juli 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het zorgplan van 2 juni 2020;
  • het advies van de geneesheer-directeur van 17 juli 2020;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 17 juli 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 juli 2020.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam] , psychiater, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 16 april 2020 een zorgmachtiging afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, voor de duur van zes maanden;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid, voor de duur van drie maanden;
  • het opnemen in een accommodatie, voor de duur van drie maanden.
2.2.
Op 4 juni 2020 heeft de rechtbank de zorgmachtiging gewijzigd, in die zin dat insluiten werd toegevoegd aan de zorgmachtiging als een vorm van zorg die verplicht kan worden verleend voor de duur van de opname in de accommodatie.
2.3.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend, vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Betrokkene is opgenomen met een psychotisch toestandsbeeld. Gedurende de opname is betrokkene ingesteld op depotmedicatie, waardoor het toestandsbeeld op leek te klaren. In aanloop naar een ontslag is betrokkene vervolgens overgeplaatst naar een open afdeling. Daar bleek er echter sprake te zijn van een toename van achterdocht en agressie, waardoor betrokkene uiteindelijk teruggeplaatst is naar een gesloten afdeling en zelfs een periode in een extra beveiligde kamer diende te verblijven. Hoewel betrokkene op een hogere dosis medicatie is ingesteld, is de verwachte verbetering van het toestandsbeeld uitgebleven en betrokkene nog niet met ontslag kan gaan. Het wordt daarom noodzakelijk geacht om de opname op een gesloten afdeling voor de duur van de zorgmachtiging voort te zetten. Verder zal de komende periode worden onderzocht of betrokkene ingesteld kan worden op andere medicatie. Tijdens het wisselen van medicatie kan er sprake zijn van een toename van psychotische klachten. Betrokkene kan dan wederom achterdochtig en agressief gedrag vertonen. In zulke gevallen kan een kort verblijf in een extra beveiligde kamer noodzakelijk zijn alvorens betrokkene weer gemobiliseerd zal worden naar de afdeling.
2.4.
Omdat de termijnen van de vormen van verplichte zorg: opname in een accommodatie, beperking van de bewegingsvrijheid en insluiting afliepen op 16 juli 2020, is daarna die zorg bij wijze van noodmaatregel toegepast.
2.5.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet meer zijn opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moeten worden voortgezet. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, het advies van de geneesheer-directeur en het zorgplan.
Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken en acht de rechtbank noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Hoewel namens betrokkene naar voren is gebracht dat betrokkene op vrijwillige basis in de accommodatie kan verblijven, heeft betrokkene eerder aangegeven het niet eens te zijn met een continuering van de opname en het innemen van medicatie en heeft de psychiater er onvoldoende vertrouwen in dat deze vrijwilligheid voldoende consistent is. Naar het oordeel van de rechtbank geeft betrokkene daarom onvoldoende blijk van de nodige bereidheid tot vrijwillig verblijf in de accommodatie.
2.7.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging ten aanzien van 16 april 2020 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, in die zin dat in aanvulling op de bij beschikking van 16 april 2020 opgenomen vormen van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 oktober 2020.
Deze beschikking is op 22 juli 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 29 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.