Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 26 augustus 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de nadere productie van [eiser] ;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [eiser] .
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
“Volgend jaar (...) 9 doezoe (..)",alsmede een verklaring van mevrouw [naam 3] , partner van [eiser] , die daarin aangeeft dat [naam 2] tegen haar heeft gezegd dat [eiser] (haar vriend) vanaf 2019 goed geld ging verdienen als hij de productie met een punt zou opschroeven.
“(…) Wat toen niet is bevestigd maar in het overleg wel is besproken is dat bij een verbeterde gang van zaken bij gedaagde het salaris met ingang van 2019 verhoogd zou worden naar € 9099 bruto per maand. Bij wijze van grap is toen nog opgemerkt dat alle zessen in zijn nieuwe salaris zouden worden omgedraaid. Tijdens de bespreking zijn geen duidelijke maatstavenbe- en afgesproken wanneer er sprake zou zijn van een verbeterde gang van zaken bij eiser.(…)”. Ook verwijst Smart Install naar de door haar overgelegde schriftelijke verklaring van [naam 2] , gedateerd 23 september 2020, waarin onder meer staat: “(…)
Tevens is er gesproken over een mogelijke tweede salarisverhoging indien de heer [eiser] zijn werkzaamheden naar volle tevredenheid van Smart Install zal uitvoeren en bij een algehele verbeterde gang van zaken bij Smart Install. Het was algemeen bekend dat Smart Install er financieel niet goed voor stond. Van een verbeterde gang van zaken kon onder andere sprake zijn indien Smart Install weer winstgevend zou worden en de contractuele KPl's richting haar opdrachtgevers behaald zouden worden eind 2018. Ik heb begrepen dat de heer [eiser] heeft aangegeven dat hij tijdens dit gesprek met Smart Install (de heer [naam 1] ) is overeengekomen dat per 1 januari 2019 het salaris zou worden verhoogd onder de voorwaarde dat het gemiddeld aantal meterwisselingen zou stijgen van 4/4,5 naar 5/5,5. Dit is echter niet besproken tijdens dit gesprek en de eventuele tweede verhoging was absoluut niet afhankelijk van het gemiddelde aantal meterwisselingen nog was er een keiharde toezegging van een tweede verhoging.(…).”Smart Install heeft verder aangevoerd dat het niet logisch zou zijn dat de in het gesprek op 3 juli 2018 afgesproken salarisverhoging per 1 juli 2018 nadien wel schriftelijk is bevestigd, maar dat in diezelfde brief met geen woord wordt gerept over een salarisverhoging per 1 januari 2019. [eiser] heeft in reactie op die brief ook niet kenbaar gemaakt dat de weergave van de gemaakte afspraken in zijn ogen onvolledig zou zijn, aldus Smart Install.