Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder 1 impliciet primair ten laste gelegde moord en de onder 2 impliciet primair ten laste gelegde poging tot moord;
- bewezenverklaring van de onder 1 impliciet subsidiair ten laste gelegde doodslag, de onder 2 impliciet subsidiair ten laste gelegde poging tot doodslag en de onder 3, 4 primair en 5 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: met bevel tot verpleging);
- niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10/059288-17.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
vastgestelddoor een gedragsdeskundige.
gedragsstoornis, indien niet behandeld, zich in algemene zin kan ontwikkelen tot een antisociale
persoonlijkheidsstoornis. Zij hebben in de verdere ontwikkeling van het leven van de verdachte na de kindertijd op een veelheid aan terreinen observaties gedaan die passen bij een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Zij hebben daarbij gewezen op frequent delictgedrag, maar ook op een veelheid aan problemen op sociaal vlak (o.a. sterke aanwijzingen voor geweld -en dreiging daarmee- binnen een (partner)relatie, alsook op problemen op het sociaal-economisch en maatschappelijk vlak (werken, wonen, financieel)). Verder wijzen zij op aspecten in zijn gedrag (weinig emotionele diepgang, externaliseren). De deskundigen wijzen daarnaast op de resultaten van de risico-taxatie instrumenten HCR-20 en SAPROF. Deze laten, ook in onderling verband bekeken, een kans op hernieuwde geweldsincidenten zien. Van belang acht de rechtbank dat de deskundigen duidelijk hebben uiteengezet dat een antisociale persoonlijkheidsstoornis zich kan uiten door het herhaald plegen van strafbare feiten. Juist op de punten waarop zij de verdachte nader hadden willen onderzoeken (m.n. ook het al dan niet bestaan van een antisociale persoonlijkheidsstoornis), wilde hij op geen enkele wijze meewerken. Ook gaf hij geen toestemming om informatie op te vragen bij derden.
8..Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) jaren;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
de benadeelde partij [naam benadeelde 1] ,te betalen een bedrag van
€ 54.285,81 (zegge: vierenvijftigduizend tweehonderdvijfentachtig euro en eenentachtig eurocent), bestaande uit € 14.285,81 aan materiële schade en € 40.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 54.285,81(hoofdsom,
zegge: vierenvijftigduizend tweehonderdvijfentachtig euro en eenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 54.285,81 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
130 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij [naam benadeelde 2] ,te betalen een bedrag van
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro)aan affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 20.000,-(hoofdsom,
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
55 dagen;de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij [naam benadeelde 3] ,te betalen een bedrag van
€ 20.000,- (zegge: twintigduizend euro)aan affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] te betalen
€ 20.000,-(hoofdsom,
zegge: twintigduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 20.000,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
55 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij [naam benadeelde 4], te betalen een bedrag van
€ 17.500,- (zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro)aan affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 4] te betalen
€ 17.500,-(hoofdsom,
zegge: zeventienduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 17.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
50 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij [naam benadeelde 5] ,te betalen een bedrag van
€ 18.157,68 (zegge: achtienduizend honderdzevenenvijftig euro en achtenzestig eurocent)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 5] te betalen
€ 18.157,68(hoofdsom,
zegge: achtienduizend honderdzevenenvijftig euro en achtenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 18.157,68 niet mogelijk blijkt,
gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
65 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de benadeelde partij [naam benadeelde 6]niet-ontvankelijk in de vordering;
de benadeelde partij, aangeduid als ‘HGL73088’, te betalen een bedrag van
€ 3.357,20 (zegge: drieduizend driehonderdzevenenvijftig euro en twintig eurocent), bestaande uit € 1.057,20 aan materiële schade en € 2.300,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij, aangeduid als ‘HGL73088’, te betalen
€ 3.357,20(hoofdsom,
zegge: drieduizend driehonderdzevenenvijftig euro en twintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.357,20 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;