Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
[naam kind 1] ,
geboren op [geboortedatum kind 1] 2015 te [geboorteplaats kind 1] , hierna te noemen [naam kind 1] ,
[naam kind 2] ,
geboren op [geboortedatum kind 2] 2016 te [geboorteplaats kind 2] , hierna te noemen [naam kind 2] ,
[naam kind 3] ,
geboren op [geboortedatum kind 3] 2017 te [geboorteplaats kind 3] , hierna te noemen [naam kind 3] ,
[naam kind 4] ,
geboren op [geboortedatum kind 4] 2019 te [geboorteplaats kind 4] , hierna te noemen [naam kind 4] ,
het ongeboren [naam kind 5] ,
hierna te noemen het ongeboren kind.
[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .
Het procesverloop
22 september 2020, ingekomen bij de griffie op 24 september 2020.
Rijnmond (hierna: de GI), [naam vertegenwoordigster] .
10 oktober 2020.
De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] , [naam kind 4] en het ongeboren kind verzocht voor de duur van twaalf maanden. Tevens wordt een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] en [naam kind 4] in een voorziening voor pleegzorg verzocht voor de duur van vier maanden.
De Raad heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht.
De kinderen groeiden op in een onleefbare, onveilige opvoedsituatie. Er was sprake van een vervuilde, onhygiënische woning. Ook bestonden er zorgen over het middelengebruik van de
(ex-)partner van de moeder, de vader van het ongeboren kind. De kinderen zijn om die reden elders geplaatst. Duidelijk is dat het de moeder boven het hoofd is gegroeid. Zij moet de tijd krijgen om haar leven en haar huishouden op orde te krijgen. Belangrijk is dat patronen worden doorbroken. Een ondertoezichtstelling is nodig om dit proces te kunnen volgen. De kinderbeschermingsmaatregelen zijn gericht op een thuisplaatsing van de kinderen. Gelet op de jonge leeftijd van de kinderen moet er op korte termijn duidelijkheid komen over hun perspectief. Bezien moet worden wat de mogelijkheden zijn van een thuisplaatsing.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind 1] , [naam kind 2] , [naam kind 3] , [naam kind 4] en het ongeboren kind ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Het ontbrak de kinderen aan de veilige en stabiele opvoedsituatie bij de moeder. Er was onder meer sprake van een zeer onhygiënische, vervuilde woning. Ook bestonden er zorgen over het middelengebruik van de (ex-)partner van de moeder en waren er signalen van huiselijk geweld. Een positieve ontwikkeling is dat de moeder inmiddels haar netwerk en hulpverlening toelaat in haar leven en dat de woning van de moeder op orde is. Ook krijgt de moeder sinds kort hulp vanuit Stichting Mozaïk, die haar op diverse gebieden ondersteuning kan bieden, en is er schuldhulpverlening ingezet.
De beslissing
2 oktober 2020 tot 2 oktober 2021;
Den Haag.