Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, inhoudende een meldplicht en ambulante behandeling;
- oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, waarbij kan worden aangesloten bij de voorwaarden die ook aan het reclasseringstoezicht worden verbonden.
4..Waardering van het bewijs
sproken,
deandere feitelijkheden hebben bestaan uit het
5..Strafbaarheid feiten
1..poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid
2..poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid
3..poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid
4..feitelijke aanranding van de eerbaarheid
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf vanaf 11 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 500,00 (hoofddsom, zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
10 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf vanaf 11 juni 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 500,00 (hoofdsom, zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 juni 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
10 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;