Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en onder 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/811033-18.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Vordering tenuitvoerlegging
10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
€ 730,- (zegge: zevenhonderddertig euro)aan materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 730,-(hoofdsom,
zegge: zevenhonderddertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
14 dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot
20 dagen, van de bij vonnis van 29 maart 2019 van de kinderrechter van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde jeugddetentie in de vorm van een gevangenisstraf van
20 dagen.