Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1 in conventie/verweerder 1 in reconventie] ,
1..De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de overgelegde producties,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 10 september 2020.
2..De feiten
het recht van gebruik en bewoning in de zin van artikel 226 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van mijn aandeel in het registergoed, staande en gelegen te Dordrecht aan de [adres](postcode: [postcode] ), alsmede het recht van gebruik van de in genoemd registergoed aanwezige inboedelgoederen als bedoeld in artikel 5 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (echter met uitzondering van de bij codicil gelegateerde inboedelgoederen), hierna te noemen "de inboedel."
de gebruikster zal aan mijn erfgenamen voor het recht geen vergoeding verschuldigd zijn;
gedurende de duur van het recht zijn de normale en geringe reparaties voor rekening van de gebruikster, behoudens die reparaties welke zijn ontstaan door een gebrek of een voor rekening van de eigenaarkomende slechte staat van onderhoud;”
Bij verbreking van het geregistreerd partnerschap door overlijden danwel anders dan door overlijden zal de overwaarde danwel onderwaarde van genoemd registergoed door Partijen worden gedeeld danwel gedragen. Onder overwaarde danwel onderwaarde wordt verstaan de waarde in het economisch verkeer van de woning minus het bedrag van de (eventueel) op de woning rustende hypothecaire verplichtingen (en) op dat moment.”
3..De vorderingen in conventie en reconventie
4..De beoordeling
in conventie en reconventie
stevig is verankerd in de jurisprudentie’ is een verkeerde voorstelling van zaken. De rechter kan een gebruiksvergoeding opleggen maar is daartoe niet verplicht. Het hangt af van de omstandigheden van het geval.
gewoonin de zin der wet mogen worden aangemerkt, is niet of althans onvoldoende gebleken.
geringin de zin van deze bepaling mogen worden aangemerkt, is niet of althans onvoldoende gebleken.
476,64 (€ 406,64 en € 70)
verrekening zakelijke lasten(€ 81,72) en
verrekening servicekosten(€ 182,90). Het gaat hier om toekomstige woonlasten van [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] die zij al heeft voldaan maar door de kopers aan [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] vergoed zijn. Dit is geen overwaarde die verdeeld moet worden, maar geld dat (alleen) aan [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] toebehoort. [eiser 1 in conventie/verweerder 1 in reconventie] c.s. moeten dus € 264,62 vergoeden aan [gedaagde in conventie/ eiseres in reconventie] .
€ 63.474,56 +