Op 23 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 18 september 2020 opgelegde crisismaatregel, omdat betrokkene niet in staat was zich te doen horen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene tijdig op de hoogte was van de mondelinge behandeling, maar niet met de rechter wilde praten. De behandelaar heeft geprobeerd betrokkene bij de behandeling te betrekken, maar hij gaf geen antwoord op de vragen.
De rechtbank heeft beoordeeld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, waaronder ernstige verwaarlozing en gevaar voor de veiligheid van anderen. Betrokkene is bekend in de psychiatrie en vertoont problematisch gedrag, zoals agressie en het niet innemen van medicatie. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht.
De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 14 oktober 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter G.P. van de Beek en schriftelijk uitgewerkt op 28 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.