ECLI:NL:RBROT:2020:9283

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 september 2020
Publicatiedatum
15 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/602538 / FA RK 20-6254
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met de ziekte van Alzheimer

Op 8 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt met de ziekte van Alzheimer. Het verzoek tot machtiging is ingediend door het CIZ en betreft een cliënt die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de cliënt, als gevolg van zijn aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De cliënt heeft oriëntatie- en geheugenstoornissen en is sterk vermagerd doordat hij vergeet te eten. Ondanks de maximale thuiszorg en de zorg van zijn kinderen, zijn zij overbelast en kunnen zij niet meer voor hem zorgen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 8 september 2020 is de cliënt, zijn advocaat, een casemanager en zijn dochter gehoord. De cliënt verzet zich tegen de opname en heeft eerder zelfmoordgedachten geuit bij een gedwongen verhuizing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 8 maart 2021.

Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter L.A.C. van Nifterick en schriftelijk uitgewerkt op 10 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/602538 / FA RK 20-6254
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 8 september 2020 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] te [geboorteplaats cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende en verblijvende te [adres cliënt] , [postcode cliënt] [woonplaats cliënt] ,
advocaat mr. M.D. van Velthoven te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen ter griffie op 18 augustus 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van 15 augustus 2020
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [naam specialist] , specialist ouderengeneeskunde, van 14 juli 2020;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 2 juli 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 september 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
  • cliënt met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam casemanager] , casemanager, verbonden aan Laurens;
  • [naam dochter cliënt] , dochter van cliënt.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten een beeld passend bij de Ziekte van Alzheimer.
2.2.
Het gedrag van cliënt leidt als gevolg van deze psychogeriatrische aandoening tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan van, of het aanzienlijk risico op, levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade voor een ander en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang. Cliënt heeft oriëntatie en geheugenstoornissen. Ook is er sprake van stoornissen in de executieve functies en lichte incontinentie. Cliënt is sterk vermagerd doordat hij vergeet te eten. De laatste tijd valt cliënt vaak en weet dan niet adequaat te alarmeren. Hij heeft geen ziektebesef en geen ziekte-inzicht. Cliënt krijgt de maximale thuiszorg en wordt daarnaast verzorgd door zijn kinderen. Zij zijn overbelast en kunnen niet meer voor hem zorgen.
2.3.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.4.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt verklaart ter zitting dat hij zich niet laat opnemen en dat wanneer hij uit zijn huis wordt gehaald hij binnen een dag dood is. Cliënt heeft eerder aangegeven dat hij bij een gedwongen verhuizing aan zelfmoord denkt.
2.6.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 maart 2021.
Deze beschikking is op 8 september 2020 mondeling gegeven door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 10 september 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.