Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juli 2019, met producties 1 tot en met 17;
- de akte overlegging producties en wijziging van eis, met producties 18 tot en met 22;
- de producties van VOF [gedaagde 1] c.s., genummerd 1 tot en met 19;
- de mondelinge behandeling op 5 augustus 2019, waarop de verdere behandeling is aangehouden voor een periode van drie maanden;
- de pleitnota van [eiser] voor de zitting van 5 augustus 2019;
- de pleitnota van VOF [gedaagde 1] c.s. voor de zitting van 5 augustus 2019;
- de hierop volgende briefwisseling van partijen;
- de aanvullende producties van [eiser] , genummerd 23 tot en met 31;
- de aanvullende producties van VOF [gedaagde 1] c.s., genummerd 20 tot en met 33;
- de akte overlegging producties tevens wijziging van eis, met producties 32 tot en met 39;
- de aanvullende producties van VOF [gedaagde 1] c.s., genummerd 34 tot en met 45;
- de mondelinge behandeling op 9 januari 2020;
- de pleitnota van [eiser] voor de zitting van 9 januari 2020;
- de pleitnota van VOF [gedaagde 1] c.s. voor de zitting van 9 januari 2020.
2.De feiten
4.Beoordeling re-integratie inspanningen
3.Het geschil
4.De beoordeling
De spoedeisendheid van de zaak
geenrecht heeft op doorbetaling van zijn loon bij ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte voor de tijd dat
zonder deugdelijke grondonvoldoende aan de re-integratievoorschriften houdt, noch dat hij
zonder deugdelijke grondweigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak met betrekking tot zijn re-integratie. De voorzieningenrechter betrekt in dit oordeel ook dat [eiser] – naar hij stelt en VOF [gedaagde 1] c.s. niet betwist – op korte termijn wordt opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.