In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, aangeduid als eiseres, en een gedaagde die reclamecampagnes had afgenomen. Eiseres vorderde betaling van openstaande facturen die verband hielden met reclamecampagnes voor de voetbalclub Excelsior Rotterdam. Eiseres stelde dat er overeenkomsten waren gesloten voor de seizoenen 2018/2019 en 2019/2020, maar gedaagde betwistte dit en voerde aan dat hij geen overeenkomsten had ondertekend en geen interesse had in verdere samenwerking. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk overeenkomsten tot stand zijn gekomen, ondanks het ontbreken van handtekeningen, en dat gedaagde gehouden is de facturen te betalen. De rechter oordeelde dat gedaagde in gebreke was gebleven en dat de vordering van eiseres, na afboeking van eerdere betalingen, gerechtvaardigd was. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 251,81, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten.